Een week lang gebeurde er niets. Kees ging met Karel op een
avond naar het naburige E. waar nu een soort minikermis stond. Hij kwam er
onvoorbereid Corrie tegen en betaalde voor haar het bezoek aan een
rariteitenkabinet met allerlei griezelige dingen op sterk water. Even leek het
weer goed tussen hen. Ze herinnerde zich dat wel. Hij was druk en zenuwachtig
geweest. Zij was daar toen met Lisette ’s zusje.
De postbode bezorgde een ansichtkaart voor hem van Mathilde;
het was een afbeelding van een molen met een paar huizen. Aan tafel werd de
kwestie uitgebreid geanalyseerd. Wie was dat meisje; was ze wel van goede
familie, en hoe lang was dit allemaal al gaande. Kees voelde zich zeer geërgerd
en ontkende alles. Menno, Eline en Jenny genoten.
's Avonds riep zijn vader hem apart en liet een verpakking
met condooms zien.
‘Weet je hoe dat werkt, zei hij,’ ken je die dingen, neem
die maar mee je zult ze misschien nodig hebben.’
Hij kreeg een kleur, maakte een afwerend gebaar en stamelde:
‘Nee hoor, die hoef ik niet.’
Hij was vreselijk kwaad en beledigd en had het idee dat zijn
nieuwsgierige vader het allemaal heel spannend en belangrijk vond.
Freek had een kaartje van Karels mollige meisje ontvangen; geen molen maar een plaatje
van het Veerhuis. Kees snapte er niet veel van; hier klopte iets niet. Freek
hoorde toch bij Mathilde en haar bril.
Karel had post van Panda
Nog merkwaardiger was dat Gert Smolders op de hoogte bleek
te zijn van het feit dat ze post gekregen hadden. Hij had gezegd: ‘nu kun je
eindelijk die Corrie van je uit je kop zetten, Mathilde is hartstikke gek op
jou; ze wil wel!’
Zaterdag in de vooravond kwamen Mathilde en Panda het dorp
binnenrijden. Het volslanke meisje van Karel ontbrak. Panda besteedde nu al
haar aandacht en energie opeens aan Freek die het zo te zien wel best vond; hij
zwaaide enthousiast met zijn hand langs z'n blonde hoofd: als dat maar goed
ging.
Die Mathilde kwam naast Kees fietsen en zo begonnen ze in
een andere opstelling aan de rondgang van 't Vage vuur, de Lindelaan, de
Stationsweg en de Hoofdstraat en opeens wandelden ze in het Van Meurspark in de
lanen om de vijver onder de hoge donkere eiken en beuken.
Freek liep met Panda in de half schemer achteraan.
Kees was
ontevreden. Hij vond haar meer de moeite waard met dat ronde lijfje, dat
ondeugende gezicht met die bruine ogen. Blauwe ogen en brillen waren in die
tijd voor hem uit den boze.
Hij wandelde
daar in zijn kleurloze regenjas met een Mathilde die steeds dichter bij hem
ging lopen en toen ze een arm om hem heen sloeg, raakte hij helemaal van
zinnen. In zijn linker broekspijp werd iets
stijf waar hij. geen zeggenschap over had.
Ze duwde haar lange blonde
haar tegen zijn gezicht en gaf een
mislukte zoen. Achter hen hoorde hij Panda kirrend lachen en kwekkebekken,
Freek af en toe wat zeggen: het was daar een vrolijke boel.
De volgende dag ging hij naar het zwembad tussen H. en E. om
alle narigheid van zich af te spoelen. Hij wou die meisjes van dat verre
dijkdorp niet weer ontmoeten. Natuurlijk lag dat gehucht niet ver van H., maar
alles wat in hun beleving onbekend en vreemd was, had de notie van afstand. Wat
vroeger groot en ver was, had niets met kilometers en zo te maken.
Langs de smalle fietsweggetjes door de velden, langs de
rozen van kwekerij Buisman fietste Kees richting zwembad; hij had ruim de wind
tegen en kon lekker uitwaaien. In het natuurbad waren Gert en Karel lawaaierig bij de spring- of duikplank bezig.
Op het zandstrand ontdekte hij Corrie met een vriendin en een grote lelijke
lange puisterige jongen tussen zich in. Die had een arm om Corrie geslagen en
tegelijkertijd zat hij met zijn vrije hand in het badpak van het onbekende
meisje te frunniken. Die jongen was veel ouder dan hij: vond zij zich opeens
niet te jong meer?
Kees vond dat er veel oneerlijkheid en slechtheid op de
wereld bestond. Hij ging ijverig en verwoed baantjes trekken; afwisselend
crawl-, school-, of rugslag. Wanneer hij op zijn rug dreef keek hij soms
schielijk naar het strand of daar onder de strakblauwe hemel de smerigheid nog
altijd te zien was.
Vervolgens stortte hij
zich heldhaftig van de driemeter
plank naar beneden, dat zou wellicht de aandacht van Corrie trekken.
Duiken kon
je het niet noemen; het was meer een combinatie van vallen en springen. Hij
maakte smak tegen het water, had vergeten zijn ogen te sluiten, dat deed gemeen
zeer en niemand in het volle bad had
niemand iets van zijn gedurfde
onderneming gemerkt.
Hij reed naar huis,
waar hij zich verdiepte in de Avonturen van Kapitein Rob, die beleefde met z'n
zeilboot" De Vrijheid" en z'n trouwe hond spannende zaken en was niet
zo verderfelijk als Dick Bos met al die knok- en schietpartijen.
Toch volgde er enige tijd later nog een avond met de meisjes
uit het rivierdorp. Panda , Mathilde en
’t dikke meisje waren ineens in H. en ze namen de draad van hun wandelingen en
fietstochten weer op. De rollen werden opnieuw omgedraaid. Mathilde die zijn
ontoeschietelijke houding niet ontgaan was, concentreerde haar verlangen naar
knuffelen en kussen nu op Freek die daar geen bezwaar tegen had. Ze zwierven
door het hele dorp, kochten ijsjes, dronken appelsap met prik, waren vrolijk en
luidruchtig.
Toen liepen ze door het park met de vijver en de bankjes. Freek
ging ergens zitten en liet zich de aanhaligheid van zijn vriendin welgevallen.
Met Panda kwam Kees in de uitgestrekte lanen rond het voetbalveld terecht. Ze
babbelde blij, huppelde om hem heen,
duwde hem plagend opzij en rende af en toe weg om haar Kees tot een achtervolging te verleiden.
Van ver af hoorde hij Gert en Karel roepen. Ze vielen blijkbaar Freek en zijn meisje lastig. Gert
joelde: ‘Ga je lekker Freek?’
Hier achter het voetbalterrein was hij veilig voor
pesterijen. Panda gaf hem de zoveelste duw; hij viel naast het pad, waar hij al
eerder gelegen had. Ze rende in het donker het wijde speelveld op. Hij
krabbelde overeind en stormde op zijn beurt het voetbalveld op.
Panda liep in
allerlei richtingen over het gras en toen hij haar tenslotte te pakken
had, was ze over hem heen gestruikeld.
Ze stoeiden en rolden over het veld en toen lagen ze stil; dicht tegen en half
op elkaar. Ze drukte haar lippen naast zijn mond, goed kussen was een moeilijke
bezigheid. Hij bespeurde haar mollige lichaam met de zachte benen en had een
gevoel of hij naar alle kanten groeide.
©c.u.
vervolg van Wil je een warm worstje