maandag 27 oktober 2014

Kat in het bakkie



Het is alweer een paar zomers geleden. Misschien vertelde ik deze Petit histoire al eens eerder. Men wordt wat vergeetachtig met de tijd. Op een vroege morgen wou Buurman Pol wat etensresten in zijn kliko gooien,tilde het deksel op en kreeg de schrik van z’n leven.
Met een soort snauwerig krijs- gemiauw, sprong hem een kat in het gezicht. Dat was niet plezierig Bovendien ging het om Gina, mijn poes.
 Ed, zo heet mijn buur, was  totaal van de kaart en bibberde van de zenuwen. Ontdaan liep hij mijn achtertuin in om verhaal te halen.
 Wat waren dat voor rotgeintjes, had ik die  scherp nagelige kat in zijn kliko geparkeerd!
 Ik ontkende, wist van de prins geen kattenkwaad.
Toen buurman in een lagere versnelling ging praten, probeerden we samen   te reconstrueren wat gebeurd kon zijn.
Katten zijn gewoontedieren. Ze hebben vaste sluiproutes. Zo klautert Gina tegen de schutting op, wandelt soepeltjes heupwiegend over duivenhok en fietsenschuur , duikt dan op het scheidingsmuurtje tussen onze huizen en landt vervolgens op mijn kliko, ofwel de grijze vuilnisbak voor restafval. Met een laatste sprong  komt ze op de begane grond en dan  is poes thuis. Zo gaat het altijd: vaste prik!
We bedachten een mogelijk scenario. Aan  buur Pol ’s kant van de tussenmuur staat ook zo’n vuilbak. The night before -gisteravond dus- hadden Ed ’s vrouw  en of een van zijn talrijke kinderen nog wat afval weggegooid. Ze hadden de deksel opgelaten.
 Gina was iets later of in het begin van de nacht op weg naar huis een beetje uit de koers geraakt. Na het loopje over de schuur, was Poeslief aan de Polletjeskant naar beneden gejumpt…….in de open bak! Bij de schok van die ongelukkige landing  was de vuilnisklep dichtgeklapt. Zo kon het gebeurd zijn. 
Zo’n stomme kat toch; had ze niet beter uit haar doppen  kunnen kijken. Ed probeerde weer een beetje te lachen. Ik keek naar de rooie schrammen op z’n kop.
‘Doet het zeer?’
‘Valt wel mee,’zei Ed,’en nou je het zegt, ik heb vannacht aldoor geklepper gehoord. Ik meende dat er ergens een raam  niet op de haak stond, maar dat was  dus jouw Gina die uit de kliko probeerde te springen en te hupsen.’
’Ja een kat in het nauw, springt raar,’ lachte ik.
Dat was het poesavontuur van buurman Pol.
Niet altijd loopt het met een onfortuinlijke kat goed af. Achter onze huizen staat een elektriciteitshuisje. Heel af en toe komt er een technicus van de Puem of Eneco om iets te controleren of te repareren. Zo ook ergens vorig zomer.
 Er kwam na maanden weer eens een man van het Stroombedrijf. Hij ging in het transformatorgebouwtje zijn ding doen. In de tussentijd sloop er een nieuwsgierige kat naar binnen. Toen de monteur klaar was, sloot hij de deur, stapte in zijn dienstwagen en ging.
Na de lange,  weliswaar zachte,  winter vonden andere Enecomannen bij het verhelpen van een stroomstoring in de wijk, het lijk van een uitgedroogde, haast gemummificeerde  kat. Je moet er niet aan denken wat dat arme beest doorstaan heeft.
©.c.u.

woensdag 8 oktober 2014

een slingerblijde gebruikt in de klas om de orde te handhaven