vrijdag 6 september 2013

Het lied van Annie



                                 Annie

                                  Ik zag hem voor het eerst in de ronde van Laag Keppel
                                  Het grote mes erop, een iets te lage zit
                                  Hij finishte niet echt,maar reed in een greppel
                                  Tanden uit z’n wiel en uit z’n gebit
                                  Toen kwam ik hem weer tegen, in de omloop van Den Brielle
                                  Daar reed ie half cours nog bij de eerste tien
                                  Overstekend wild reed hem in de wielen
                                  Toen viel ie stil en was voorgoed gezien

                                  Ik ben zijn verzetje en z’n chef d’Equipe
                                  Ik ben z’n bidon en z’n velodroom
                                  Mijn cols zijn van de eerste kategorieke
                                  En mijn vals plat buitengewoon

                                 Ik werd verliefd op hem, ja meer nog op z’n dijen
                                 Die kabel dikke spieren, een geweldige atleet
                                 Een klasbak, geen plakker, nee een echte flyer
                                 Zoals ie ’t peloton het snot voor d’ ogen reed
                                 En als ie viel dan viel ie enkel in de prijzen
                                 Een fruitmand, f 50.-, een kip, een vatenkwast
                                 Beker, vaantjes, linten hangen als bewijzen
                                 Van vergane glorie in de prijzenkast

                                Ik werd z’n grootste fan, stond aan de meet te wachten
                                Volgde hem naar Gent, Luik en Vinkenveen
                                Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in m’n gedachten
                                Maar hij zag mij niet staan, hij flitste langs me heen
                                Foto’s uit de kranten heb ik opgehangen
                                Ik kreeg zelfs op een dag van hem een lekke band
                                Dag en nacht liep ik naar Koosje te verlangen
                                In mij zag hij geen Miss, een kwalijk misverstand

                                Nee Koos was niet op mij, hij hield alleen van trappen
                                Zijn blik bleef op oneindig, hij had geen oog voor mij
                                Op mijn frame wilde Koos nooit eens een keertje stappen
                                Ik bleef voor hem een vreemde en dat bevreemdde mij
                                De fiets ging voor het meisje, mijn cols zag ie niet zitten
                                De Keuter en de Cauberg, sprak hem veel meer aan
                                Die heeft ie vaak genomen, de mijne liet ie zitten
                                Hij heeft me in m’n hemd en m’n coltrui laten staan     
              

Liedtekst van mijn  collega Jan de koning uit onze toneel-muziek produktie 'Kom eens Langs'
                           


3 opmerkingen:

Zelfstandig journalist Antwerpen zei

Snap Koos niet, maar heb dan ook totaal niets met koersen.

Athy zei

Weer helemaal bij gelezen. Dat is het nadeel van lang niet achter de p.c. zitten. Mis ik behoorlijk wat.Je teksten boeien mij altijd weer.Soms met een grijns en soms met ontroering.
Warme groet!

Unknown zei

@Athy: jij bent een van mijn trouwste volgers/lezers ( je weet misschien dat er een boek van me uit is; getiteld Buitenpark Binnenpark( dus net andersom dan de naam van dit weblog 9 je kunt het vinden bij www.kirjaboek.nl) Het lied hierboven is trouwens niet van mij)