Een groot schilder ging er aan mij verloren;
door ‘t penseel werd mijn wereld geboren.
Als je even niet oplette en dan goed keek,
zag je een roos of dovenetel in één streek.
Men verloor aan mij een vlijtige schilder.
Mijn streken werden met de jaren wilder.
Ik goochelde met de kleur
van mijn palet.
De kijkers keken hun ogen uit; ik had pret.
Met mijn veldezel trok ik er vrolijk op uit.
Menigeen dacht daar loopt een schavuit
maar ik schetste slechts bomen of bloemen
en hoorde wesp, bij en hommel zoemen.
In één streek werden die op ‘t doek gezet
Zo schilderde ik voor hen dit verfsonnet.
©c.u.