Ooit heb ook ik wad gelopen;
dwz. gestruikeld en gekropen
onder een wijde zilte lucht
vervuld van water wind en wolken
met vogels zwevend bij de zon.
We waren met een club van tien
en een van hen was Ibbeltje.
In haar natte truitje prikte
zo heel pikant dat tepeltje
Terwijl ik steeds met mijn enkels
zwikte, heb ik al die moeizame uren
zwikte, heb ik al die moeizame uren
alleen haar donkere ogen gezien
daar ergens voor mij op het wad
met vogels in de zon en zoveel
dat ik toen graag zeggen wilde.
dat ik toen graag zeggen wilde.
Liefde verklaren tussen Pieterburen
en een eiland op de verre horizon
hoe toch in godsnaam deed je dat
misschien namen we daar
de boot en kregen tot slot
op Vlieland voet aan wal
waar ik 't haar zeggen kon.
de boot en kregen tot slot
op Vlieland voet aan wal
waar ik 't haar zeggen kon.