Zittend in
zijn sta-op-stoel mijmert hij
in het
voorbijgaan van de laatste dagen
of het zin
heeft de jaren terug te halen:
toen kan
immers andere kleren dragen.
Vroeger
hadden de straten kippenvel,
hanen
kraaiden als de zon op aarde klom.
Er woonde al
een mannetje in de maan.
En herder,
herder laat je schaapjes gaan.
Tijd was die
afspraak met het mooie meisje
dat ‘t
moment suprême niet op kwam dagen.
Wellicht was
ze er even in een mini seconde,
toen je met
de ogen knipperde, in ’t tegenlicht.
Water dat
voortkabbelde, veldbloemen in een wei
die
oogopslag: je had nog geen ‘uitzending gemist’.
©c.u.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten