dinsdag 31 januari 2012

Schaatsleed

het ijs is nog niet dik genoeg



Menig wedstrijd heb ik scheve schaats gereden,
soepel pootje over zoals anderen dat deden,
handen  op de rug bij langgerekte stukken,
medaille  of herinnerkruis  ’t  moest me lukken.

Met  tegenstanders  werd er gestreden.
Het was erop eronder of beneden.
Mijn slag was goed en scherp mijn noren.
Met regelmaat zag  je mij van voren.

Toen ben ik ijskoud in een wak gegleden.
Met nog maar een ronde of twee te gaan
waren mijn kansen volledig  van de baan.

Heel stom was ik door ’t  rode lint gegaan.
Mijn vriendin riep van de kant ‘ach heden
en ik had  bij de start nog zo voor je gebeden.’

c.u.

Eigenlijk zou ik dit sonnet moeten opdragen aan Jan Uitham, een beroemde achter-achterneef van me die in zijn ijver om de Noorderrondritten te winnen, vlak bij huis en haard en finish door het ijs zakte omdat hij  in zijn ijver om te winnen rode waarschuwings- linten negeerde. 
Hij had geen zin om te klunen en wou  op topsnelheid verder sprinten. Het gebeurde dicht bij zijn huis, daar rende hij als een natte kat heen, trok een droge trui aan en  zette terug op het ijs de achtervolging in...........