Posts tonen met het label zwembad Epe. Alle posts tonen
Posts tonen met het label zwembad Epe. Alle posts tonen

vrijdag 25 maart 2016

In het zwembad




woensdag 2 december 2009 11:03 door cor3306
Een schools opstel van ongeveer 50 jaar geleden. De leraar vond het maar niks. Hij  maakte de fout het in de klas voor te lezen en dat gaf veel hilariteit.  Daarom werd het een zeven min. 
Hij vond het een beetje overdreven en gewild grappig, vond dat er wel aardige passages in zaten. Hij snapte niet dat zijn leerling de draak stak met de vervelende saaie onderwerpen die hij  vaak opgaf zoals: Op de Schaatsen, In de Schouwburg, Grootmoeder vertelt, De Stad slaapt en Fietsen leren.

In het Zwembad
Waarde lezers en lieve of minder lieve lezeressen als u bovenstaand opschrift leest zullen de meesten van u reeds allerlei heerlijkheden in de gedachten komen, zoals bijvoorbeeld: zwemmen, duiken, zonnebaden en niet te vergeten pootjebaden.
We zullen het deze keer niet over het zwembad hebben; maar over de bezigheden die men er kan verrichten, wat er zoal voorvalt, wat men er vindt, kortom alles wat er gewoonlijk in het zwembad valt te beleven. 
Voor diegenen die nog nooit een zwembad hebben gezien of die slechts weinig van zo’n instelling afweten, zullen we in het volgende nummer een uitgebreider artikel plaatsen.
 
In het zwembad, wat ziet men in het zwembad! Wat valt er te beleven? Behalve springplanken, kleedkamers e.d. ziet men in de eerste plaats, al naar gelang het seizoen meer of minder mensen in het zwembad. Dieren, uitgezonderd vissen, worden er geweerd. 
Schrijver heeft dan ook nog nooit een hond of een ander dier in het zwembad zien ploeteren. Het is tenminste verboden, hoewel natuurlijk ook hier uitzonderingen de regel bevestigen. In vele natuurbaden zijn echter wel vissen gehuisvest, bv. Goudvissen,  edel karpers, enz.  
In het zwembad kan men vaak van alles beleven. Belevenissen van tragische en minder tragische en van vaak grappige aard, zijn er vooral in de zomer, wanneer het bad druk bezocht wordt, schering en inslag. Er duikt bijvoorbeeld iemand in het ondiepe bad en breekt zijn nek.
 Er verdrinkt iemand die niet zwemmen kan omdat hij in het diepe gedeelte terecht gekomen is. Vooral het eerste komt nogal eens voor. 
 Als ik u een raad mag geven; ’mensen’, duik nooit in ondiep water want het is levensgevaarlijk en ‘ouders ’, let op uw kleine kindertjes opdat zij niet in een ondoordacht ogenblik in het diepe bad stappen. Laat uw kinderen vroeg zwemmen leren, zij zullen u er dankbaar voor zijn. 
Natuurlijk zijn er ook grappige voorvallen, bijvoorbeeld iemand die zichzelf heel voorzichtig te water laat. Zulke voorvallen zijn er duizenden. Men zou er een boek over kunnen schrijven en daarom zullen we er maar niet teveel over uitweiden want dan zouden we met plaatsgebrek te kampen krijgen.
  
En nu komen we bij een belangrijke passage n.l.:Wat doet men in het zwembad? Over het geheel genomen gaan de mensen  bijna allemaal met hetzelfde doel naar het zwembad, namelijk om te genieten van het koele water en om lekker lui in het zonnetje te liggen. 
Vooral wanneer het zomers warm is, worden de zwembaden druk bezocht. Velen laten zich door de zon hun huidje lekker bruin of rood branden. Maar ook hier zijn nadelen aan verbonden, maar daarover een andere keer. 
Velen zowel kinderen als ouderen spelen spelletjes met een bal hetzij in het water hetzij op het strand, kortom men kan zich er op allerlei manieren vermaken, bovendien is zwemmen een gezonde sport en daarom verdient het ook de sterkste aanbeveling.

Daarom liefhebbers van zwemmen, van duiken, van pootjebaden, van zonnebaden en van luieren, raad ik u aan: ’Neemt in de komende zomer een duik in het koele water. Ook niet-liefhebbers trekt de stoute schoenen aan. Het is thans nog wel wat koud, tenminste voor natuurbaden, maar probeert u het eens.  
Nu moet u niet denken dat dit een reclamestunt is, want daar is schrijver een principieel tegenstander van. Nu zou ik nog wel een boek vol kunnen schrijven over ‘In het Zwembad’ over dingen die er gebeuren en die er niet gebeuren moeten, maar daarover een andere keer.Hij geeft u alleen een goede raad. 
©c.u.

zaterdag 28 maart 2015

Dat had hij te danken aan die stomme rotmeid.





Het was toen een frisse dag geweest, die andere woensdag, ruim dertig jaar geleden. De zon scheen nauwelijks en de mulozwemmers trokken baantje rond het onbewoonde zwemeiland ‘Klein Texel’. 
Je moest vooral in beweging blijven. Het ging er om wie de meeste rondjes kon, wie de langste adem had.
Ciska was de beste zwemster, eigenlijk was ze overal top in: zwemmen, schaatsen, hardlopen en op sportdagen won ze meestal. Ze zeiden dat Verhul haar zwemlessen betaalde, dat Reinder de privé chauffeur van de notaris haar naar Apeldoorn reed. Daar was een vakbekwame zweminstructeur. 
Ze leerde er alles: crawl, vlinder- school- en rugslag, zweefduiken, watertrappelen en ver en lang onderwater zwemmen. 
De badmeester van De Wijerd hier was geen knip voor de neus waard. Die zorgde er alleen maar voor dat zijn pupillen boven water bleven en niet verdronken.

De wedstrijd baantjes zwemmen om het eiland was voor Cis een peulenschil.  Ze droeg als enige al een tweedelig badpak. 
Het was een genot te zien hoe ze variatie in haar zwemslagen bracht, de leiding nam. Zich soms liet afzakken naar de achterhoede en dan weer pijlsnel met een inhaalslag begon en de koppositie weer overnam, terwijl de anderen blazend en proestend haar probeerden bij te benen; Diny, Adri, Corry, Fred en Johan Radijs die hijgend voortploeterden 
Soms probeerden Kees en hij, Karel, het ook met een rugslag, maar dan raakten ze uit de koers.
  
Op een gegeven moment crawlde Ciska bij de kop van het eiland waar het water het diepst was naar Kees toe, griste hem, terwijl hij  daar zo op zijn rug voort dobberde, met een snelle graai de zwembroek van z’n kont, ging er mee vandoor, klom op ‘Klein Texel’ aan land en danste rond de wilgenboompjes triomfantelijk zwaaiend met de lichtblauwe zwembroek, roepend: ‘Pak hem dan als je kan!’

De rondenwedstrijd werd gestaakt. Even later renden ook de andere meiden gierend van de lol heen en weer op het eiland. 
Kees waadde naar de kust van ‘Klein Texel’ en zei: ‘Doe niet zo flauw, geef terug!’ Maar Ciska Bijsterveld riep: ‘Dat had je gedroomd, Keessie!’ 
Die bleef nog smeken en soebatten, maar de onderhandelingen liepen op niets uit, dus zwom hij naakt richting vaste wal, bleef bij de betonrand rillend staan en vroeg aan de jongens die daar intussen bommetjes maakten om hulp. 
Fred, Gert en Johan, sprongen er achtereenvolgens met een geweldige plons en veel gespetter gehurkt in het water.
Hij bibberde: ‘Gert, toe, haal even mijn onderbroek op!  Mijn kleren zitten bij de achterste rij kleedcabines in en rode tas aan de kapstokken; er hangt een blauwe jekker over. Die pik je er makkelijk uit, kan niet missen.’

Gert grijnsde: hij zou dat varkentje wel eventjes wassen. De andere jongens gingen onverstoorbaar door met hun geweldige sprongen.
Even later kreeg Kees een onderbroek toegeworpen. Met wat gestuntel trok hij die onder water aan. Het ding was veel te groot; misschien van die bolle Kwak of vadsige Radijs. 
Terwijl hij met  een hand het onbekende kledingstuk ophield, greep Kees met andere de leuning van het onderwaterladdertje, hees zich uit het zwembad, deed een paar stappen richting kleedruimte, struikelde, verloor grip op de slobberende onderbroek. Het was een wijde tent met vlekken die om zijn enkels zakte.

En daar stond hij dan! Vanaf ‘Klein Texel’ klonken vreugdekreten en hoerageroep. 
Piemelnaakt rende hij naar de verlossende omkleed afdeling, griste zijn kleren van de haak, trok zich vliegensvlug aan, holde naar de uitgang, fietste even later gejaagd langs het smalle zandpad richting Heerde. Boos en vol schaamte! 
Die Ciska zou hij terugpakken, daar kon je vergif op innemen. Behalve die stille en mysterieuze  Corry en de sombere Karel moesten ze hem altijd hebben en dan onder aanvoering van die bleke witharige Gert, die gek genoeg zo populair was bij de meisjes. 

Slingerend jakkerde Kees zo voort over de lint dunne strook waarbij hij ergens naast het primitieve rijwielpad kwam en op de koop toe een duikeling maakte. Dat had hij dus allemaal te danken aan die stomme rotmeid. 
Toen hij thuis arriveerde, vond moeder Kriele dat hij  er wel erg smerig en vuil was en vroeg wat hij allemaal uitgespookt had. Dat wilde en kon hij natuurlijk niet vertellen.
©.c.u. 

zaterdag 21 februari 2015

Een bad in de winter




Zijn tent stond met de voorzijde naar de Waddenkant aan de rand van de camping. De morgenzon wierp haar vriendelijke licht onder de luifel. 
De primus snorde en in het steelpannetje spetterde de goedkope margarine die  hij met een paar harde bolletjes, croissantjes, wat eieren en een pak melk in West gekocht had.
Natuurlijk had hij een krant meegepakt; De Terschellinger, een nieuws en advertentieblad, uitgegeven door de Eilandpers. 
Hij las iets over Ringsteken te Water en in het Meertje van Hee was zwemmersjeuk veroorzaakt door een parasiet die op de bekende poelslakken voorkwam. 
Bij aanraking met de huid veroorzaakte dat beestje zwemmersjeuk. Uitgezette baarzen en zeelten die dol op de slakken waren, aten  gastheer en parasiet op. Zo was er een oplossing voor die zwem- jeuk gevonden.. 

Karel dacht aan zijn tijd als beginnend verslaggevertje op de Veluwe. Hij zag de ijswater- zwem activiteiten van die gestoorde notaris uit Epe weer voor zich.
Over de dikke ijslaag in het zwembad zwierf toen voor de wind de neerslag van wat lichte sneeuwval.  Karel stampvoette op en neer over het beton bij de hoge duiktoren. 
Hij keek het bad rond. Alles wedijverde in verval: duikplanken, kleedhokjes, een bekisting om het zoneiland in het midden, de palen op de grens met het diepe en zelfs  de veranda, het pronkstuk van het hoofdgebouw hing scheef.

Uit die richting zag hij weer de wrevelige Marten Bijsterveld komen met een lang gesteelde bijl op z’n schouder Na een schuwe groet stapte de tuinkabouter van notaris Verhul op het ijs en schuifelde naar het midden en begon verwoed in de ijsvloer te hakken.
De oude  notaris uit Epe wilde zijn eerste winterbad nemen en net als ieder jaar moest het Noord- Veluws  Nieuw en Advertentieblad een verslag en een foto van dit idiote gedoe. Het was altijd hetzelfde liedje.   
Over het waarom van  dit ijsritueel verklaarde Verhul steevast dat hij door zomer en winter te zwemmen z’n lichaam rein, gezond en zuiver dacht te houden en dat had die ouwe snoeper wel nodig meende Karel want er werden gekke dingen van hem gezegd.

Bijsterveld hakte een wak in het ijs, Verhul  dribbelde van de kleedcabines in een badjas naar het gat, sprong, verdween even onder het ijskoude water en kwam  blazend boven. Als Marten hem nou eens een hengst met die hakbijl verkocht.  Dan gleed zijn werkgever terug onder het ijs en kraaide er verder geen haan naar. 
Zo had je eindelijk eens een pikant verhaal in het streekblad. Maar er moest natuurlijk geen bloed vloeien. Dat waren maar rare gedachten van een krantenman Die stond er met zijn neus boven op te kijken dus kon het feest niet doorgaan. 
De notaris hulde zich weer in zijn gestreepte badjas en sprintte naar de uitgang waar zijn auto, een Dodge of Chevrolet V8 van net voor de oorlog, met chauffeur klaar stond.

‘Zo dat was dat,’ bromde Bijsterveld tegen Mosterd . Hij zag er ongelukkig uit.  Voor hij bij de notaris  kwam was hij spoorman in Heerde geweest. Dat had hij beter kunnen blijven.    
Een  ongeluk met twee Stoomtreinen tussen H. en W.  echter was hem zwaar aangerekend. Het sein tussen de zeep- en de koekfabriek  deed het zomaar niet. Ze moesten een zondebok. 
Er werd gezegd dat hij met zijn spiegelei op een steeltje de machinist van de trein te vroeg het sein tot vertrek had gegeven.

Nu had die gewiekste notaris hem in z’n macht, liet hem vrij wonen, betaalde de muloschool voor Ciska, z’n dochter . In ruil daarvoor kon Marten rotklusjes opknappen  en vaak moest Ciska in het grote huis  Verhul met iets vaags helpen.
Mosterd bladerde even wat in zijn notitieboekje; hij wist het wel weer. 
Correspondent  was een makkie, weinig eervol;  een verslagje van een raadsvergadering, voetbal uitslagen, duivenberichten en predikbeurten doorgeven, dat was het wel zo ongeveer. 
Er gebeurde toch nooit wat in die achterlijke dorpen.

vervolg van http://binnenpark.blogspot.nl/2015/02/eilandentrip.html