zaterdag 14 september 2013

Schoenen zonder voeten



Onderwijs was in veel opzichten toch een kwestie van overleven. Toen Mulder in 1966 van een lagere school als onderwijzer naar een uloschool in A verhuisde, ging alles niet altijd van een leien dakje.
 De eerste weken moest hij vaak dekking zoeken, want leerlingen bekogelden hem  met proppen wanneer hij zich ook maar een seconde omdraaide naar het schoolbord of wanneer hij iets te lang in zijn lesboek staarde.. 
Steeds was er  wel wat; stoeltjes kraakten, tafels verschoven, leerlingen zaten op verkeerde locaties of liepen zo maar naar zijn lessenaar.  Steeds moest hij waarschuwen; het had veel voeten in de aarde voor een les kon beginnen. Eg vrolijk werd Mulder er niet van.
Bert, Jan en Gerrit, drie van zijn nieuwe collega’s, schoten te hulp. Ze legden hun oor te luisteren en gaven leerlingen die  hem het leven zuur maakten op hun donder.
En de directeur die Mulder benoemd had, bleef maar zeggen: ‘Je kunt het wel, het komt goed, ik heb het volste vertrouwen.’

Zo hielpen ze hem die moeilijke weken door. Langzaamaan nam hij het initiatief van de kinderen over en hij ging zelf bij wijze van spreken ook rotzooi trappen. Hij nam als het uur begon voor de klas plaats, opende zijn lessenaar deksel en knalde die hard dicht. Dan toverde hij uit zijn bruinleren aktetas van alles te voorschijn; een thermosfles, een broodtrommeltje. een appel of een peer. 
Zaken  die niks met  Engels, Nederlands, Aardrijkskunde of geschiedenis, de vakken waarin hij allemaal lesgaf, te maken hadden. Hij liet zelf pennen, potloden en boeken op de grond vallen, riep vriendelijk een leerling om het gedropte weer op te rapen.
Kortgzegd hij maakte theater en ondertussen werd het stiller. De les kon  dan beginnen.
‘Bladzijde 43, lees de eerste zin, Sylvia.’ Vingers omhoog;: ‘We zijn nog maar pas op pagina 34 , meneer! We moesten spreekwoordenoefening ’.  Hij zag in zijn lerarenagenda de vergissing en Sylvia, bladerde terug en las: ‘op grote voet leven, wie de schoen past trekke hem aan en een wit voetje halen.’

Na die eerste woelige maanden werd het rustiger. Wel haalden de leerlingen soms nog wat goed bedoelde grappen uit. Alle leerlingen zaten bijvoorbeeld na de ochtendpauze achterste voren. Hoe je op zoiets reageerde maakte niet uit zolang je niet kwaad werd. Geleidelijk begon Mulder schoolleven leuker te vinden. 
In een van de klassen kreeg hij zelfs twee trouwe supporters; Tineke en Marjolein, twee royaal met vlees bedeelde vrolijke meisjes. Zij hadden overwicht in de klas.
En zo kreeg hij steeds meer vaste grond onder z’n voeten in de gevestigde school orde. 

Tegen het eind van het jaar was het vertrouwen van directeur Busman zo groot dat hij  Mulder met 1a, waarvan hij klassenleraar was op schoolkamp stuurde. Hij kreeg helemaal alleen de verantwoordelijkheid voor een tentenkamp ergens op een stukje hei en dennen  in de buurt van Putten.
Een kookmoeder zou voor echt kamp- eten zorgen. Verder ging er een kwekeling, of hospitant, mee die de puberteit amper ontgroeid was.   
De jongen heette Jan; veel zou hij niet aan hem hebben. Jan was onzeker, afwachtend, praatte zacht en lag meestal op zijn buik in de zon. Busman  besprak de regels, Hij stond erop dat de leerlingen om 9 uur naar bed gingen, stil waren en sliepen. 

Om de kinderen in de juiste stemming te brengen voor een ongestoorde nachtrust, vertelden Jan, Bert en Gerrit aan zijn kampeerklas tijdens hun lessen de gruwelijkste dingen. 
Het spookte daar in Putten; er waren daar witte wieven, een soort in witte gewaden rondzwierende vrouwspersonen. Er was een zigeunerkamp vrijwel naast het kampterrein en in de hei logeerden adders en hazelwormen en die waren niet vriendelijk voor ulo –leerlingen. 

Kortom toen hij met zijn groep op een prille maandagmorgen per fiets richting Nijkerk vertrok, zat de stemming er al behoorlijk in.
’s Avonds na een wandeling en de stamppot rauwe andijvie met spekjes en een spoorzoektocht joeg Mulder iedereen tegen negenen de tent in; slapen en stil zijn was het consigne! Dat ging niet zonder slag of stoot. De meiden giechelden, kletsten, zongen zachtjes en moesten om de 5 minuten naar de wc. Hij vermaande ze. Het bleef keet.  Inmiddels viel de schemer. ‘Als ik jullie nog een keer hoor bind ik je vast aan de vlaggenmast riep hij tegen Wanda en Anneke; het werd rustig.
Even later hoorde hij Sylvia een schunnig liedje zingen; ‘ Jan en Greet zijn in de keuken, wat doen ze daar, wat doen ze daar! Ze eten pannenkoek met spek en gaan dan lekker neuken. ’
‘Kom jij er maar uit, juffrouw!’  Sylvia verhuisde in haar nachtpon  of babydoll naar de mast. Dat hielp. Nu moest hij jongenstent nog koest zien te krijgen. Daar werd geworsteld, vieze moppen  deden de ronde,  en er klonken scheten.
‘Is het nou eens een keer afgelopen.’ hij gooide de voortent flapdeur opzij en scheen met een zaklantaarn in de verhitte gezichten. Ze beloofden beterschap!  Je hoorde alleen nog onderdrukt gelach. Zijn stageloper stond bij de meisjestenten op wacht. Die had Sylvia intussen een jas gegeven, want het was fris. Ze liepen  naar de kooktent. Er was koffie. 

Na een poosje groeide buiten de herrie weer aan. Het waren de jongens. ‘Kom op,’  zei hij tegen kwekeling Jan, ‘in de knapentent is nu echt de pleuris los.’ De tent schudde, bolde en wankelde. 
Uit zijn  eigen leiderstent pakte Mulder nu zijn reserve schoenen. Terug bij de jongens, schoof  hij ze  half onder het voorste tentdoek door  en sprak de heren bars toe. Nu klonk er nog slechts gedempt gefluister.
'Zolang jullie niet op houden te ouwehoeren blijf ik hier, desnoods de hele nacht….is dat goed begrepen!’ Er werd niet meer gepraat; alleen op de grens van het hoorbare wisselden ze nog gegevens uit zo van….’staat hij er nog…..ja kijk maar!’…. 
Na een poosje  hoorde je alleen vredig  gesnurk. Met zijn hospitant Jan patrouilleerde hij nog wat tussen tenten en dennen. Toen stuurden ze Sylvia terug naar haar vriendinnen. In de kooktent dronken ze nog een colaatje. De schoenen bleven de hele nacht voor de jongenstent staan.
©.c.u.




1 opmerking:

Zelfstandig journalist Antwerpen zei

Degelijke stappers dwingen respect af :-).