Groener dan
het land
Zij telt ‘t vluchtend zonlicht op de grond,
draait zich om, prevelt toverspreuken,
nestelt in mijn opgetrokken knieƫn,
luistert ook mijn
hand kruipt door het gras
langs haar naar
een andere wereld.
Verre ster door
afstand overvallen,
van spel tegen
de verdrukking in;
het groene
onkruid tussen stenen.
Babbelt opgewonden dwaze dingen,
intimiteit door
de tijd zo sprekend.
Ogen in het
licht van een buitenlamp
dat onzeker rendez-vous
een zondag;
de mensen van
het zevende balkon,
een flat die
kantelt in ‘t diepste donker.
.
©c.u.
timelapse foto © r.u.