Het was in een tijd dat onderwijzers niet meer mochten slaan; de eeuw van 't kind was begonnen. Ik zat voor m'n vierde klas en keek dicteeschriften na. De kinderen rekenden; er heerste een ijverige rust. Achter het gangraam dreef Van Putten, ons schoolhoofd, voorbij. Hans Dijkmans peuterde in beide neusgaten en Wilfried speelde met de stofjes van 't zonlicht, maar voor het overige bewezen geritsel van papier en gekras van pennen dat er grondig gewerkt werd.
Een knetterend 'godverdomme' klonk, ik keek op en zag hoe Adri Bintjes met een haast achteloos gebaar z'n pen de lucht in wierp. Trillend bleef de kroontjespen in het plafond hangen.Ik liep naar de achterste bank waar Adri knorrig mijn komst afwachtte en zei:’ Je vloekte, jongen, waarom doe je zoiets?’
‘ De sommen willen niet,’ bromde de opstandeling en veegde om z'n woord kracht bij te zetten boek en schrift van de bank. Ik moest nu boos worden: dit kon en mocht natuurlijk niet!
‘ Adri, verlaat 't lokaal en ga naar meester Van Putten.’ - alleen in heel moeilijke gevallen mocht je een leerling naar 't schoolhoofd sturen en dit was een lastige kwestie, dacht ik. –
Adri negeerde me. Ik herhaalde m'n verzoek en mijn handen jeukten. Ik had a gezegd en kon niet terug.
Het rekenwonder bleef zitten, ik pakte hem bij een schouder en hij greep zich meteen vast aan de stijlen van de schoolbank. Kalm probeerde ik vergeefs zijn handen los te maken en daarop begon ik te trekken en te rukken. De bank schoof iets in de richting van de deur van de klas; de kinderen rekenden al lang niet meer!
Na een energieke en enerverende worstelpartij, waarbij ik mezelf steeds voorhield dat ik er niet op los mocht timmeren, kreeg ik Adri eindelijk de gang op en de klas uit. Toen begon de ellende pas werkelijk: daar waren de kapstokhaken, al of niet met jassen! Een half uur was ik wel doende om m'n tegenstander iedere keer van die haken los te prutsen. Hijgend en zwijgend bereikten wij de trap en dat was er een met spijlen.
Uit de verte klonk aangroeiend rumoer uit de vierde klas en nooit heb ik mij vreemder op een trap gedragen.Tenslotte kon ik bij het Hoofd de deur openstoten en Adri naar binnen duwen met de woorden:’ Hier, meneer Van Putten, is Adri Bintjes! Ik heb 'm moeten brengen; hij vertikte het naar U toe te gaan.’
Zonder enige aarzeling gaf onze hoofdmeester Adri een trap onder z'n kont, waardoor hij aan de andere kant van 't lokaal tegen de centrale verwarming tot stilstand kwam.M'n collega knikte me toe, sloot de deur en daar stond ik. Had ik daarvoor al die moeite gedaan, had ik daarvoor niet geslagen!
Van Putten trapte terloops en hard alsof 't de gewoonste zaak van de wereld was.
In een van de brede sloten achter Ten Boer ging ik enige tijd later met Adri vissen. Hij was praktisch en had de leiding, een hengel had ie niet nodig. Met een schop damde hij een gedeelte van een sloot af, maakte het water troebel waarna de vis versuft aan de oppervlakte kwam drijven en zo werd het een wonderbare visvangst
Sommige leerlingen zijn onvergetelijk en Adri Bintjes was een van hen. Ja, en naar Jan van Putten bracht ik in later jaren geen kinderen meer.
©c.u.
10 opmerkingen:
Goeiemorgen, ik zou bijna denken dat je een nare droom van je af moest schrijven. Wat een verhaal en ik geloof er ieder woord van.Wat een worsteling en dat je nooit meer iemand naar
van Putten stuurde kan ik mij levendig voorstellen.Groet!
Athy;ach het incident is uit begin 1960 en niet iets om erg trots op te zijn
Oei, ja zulke kinderen had je, maar zulke onderwijzers ook, een kind een trap geven, schande.
oh, heerlijk. zit ik eerst te denken: 'het lijkt wel bijbels, -het was in een tijd..' 'de eeuw van het kind..', lees ik de trap onder de kont.
Mooi verhaal ! Slaan en schoppen zijn niet opvoedkundig verantwoord. Maar ach, Adri heeft het er levend vanaf gebracht...;o)
Ondertussen zijn we gelukkig een eeuw verder.
Wellicht zijn de sommen tegenwoordig eenvoudiger. :-)
Heftig
Hij schijnt er niet onder te hebben geleden.
hahaha arme kindjes
ben blij dat ik vijftien jaar later naar school ging
Een reactie posten