Rondeau amorose
Nu je met de kleuren van de hemel schrijft
is het domheid of een
rein geweten
dat je in geverfde woorden steken blijft
haar gezicht voorzichtig uit zwart papier
geknipt zucht zij zo hartverscheurend mooi
wandelend in
mijn voortuin aan het strand
verboden toegang in het blauwe achterland
er is toch
altijd hoop en de wolken waren
van hun stuk gebracht onverenigbaar gebleven
in ruimte en
verleden een vriendelijk vergezicht
waar de val in
onherroepelijk verlangen wachtte
Allegro Allegretto grazioso en Andante
cantabile
In een
weiland vol met madelieven kijkend naar
de zee hoor je
het paradijs en de voorjaarswind
open
als een witte bloemknop in haar tederheid
(pianosonata no.13 in B flat major KV333)
©c.u.