woensdag 9 maart 2011

Een blijde gebeurtenis

.
                                                                       .
Aan het eind van een zomervakantie kreeg ik van mijn Amsterdamse dochter twee konijnen. Daar was ik in verste verte niet blij mee.
" Luister eens, ik heb al  twee katten en vijftig postduiven," protesteerde ik. Maar die argumenten maakten geen indruk.
" Het is maar tijdelijk", riep ze enthousiast.
" Dat heb ik meer gehoord," bromde ik.
 Ze zou  kostgeld  betalen, zei ze, en die beesten konden op haar kleine balkonnetje in de Jordaan niet uit de voeten. Ze zei dat het twee mannetjes waren en dat ik  niet bang hoefde te zijn. Die noemde ze Hans en Koos. Ze had een rijke fantasie, vond ik, die dochter van me.


De volgende dag bracht ze  de knabbelaars met hok en al. Ook had ze een van klei gebakken konijnenkop voor me meegenomen.Ze had 't kunstwerk eigenhandig vervaardigd.Dat was mijn beloning! 
Ik gaf haar als tegenprestatie  drie verdwaalde duiven. Die mocht ze  bij haar huis op de Lindengracht loslaten, dan was ik ze kwijt. Eentje kwam  uit Beverwijk ,dat was in de buurt; de andere twee moesten naar Drachten en Enschede die waren verder van huis
‘s Middags kwamenDe Priester’ en’ De Brombeer’ van het CCG bestuur langs. Ze wilden  problemen met de Afdeling bespreken. Ze waren in een jolige bui! Toen ze Hans en Koos zagen, waren de grappen niet van de lucht
“Ga  je  met duiven stoppen, word je lid van een konijnenclub,” vroeg ‘De Brombeer’.
“Dat is zijn nieuwe geheime wapen! Hij denkt  dat zijn duiven gemotiveerder naar huis komen als er een paar dakhazen  zitten te wachten!” stotterde de Priester.
“Dakhazen zijn katten,” verbeterde ik.Kortom ze waren geestig en ik was blij toen ze na de koffie weg waren.


Na een week belde ik mijn dochter op, want ik maakte me zorgen: Koos en Hans besprongen elkaar. Dat kon een onschuldig genoegen zijn, dat wel, maar ik wilde haar toch van dat driftige gewip op de hoogte stellen. Ze was er niet. Na de pieptoon kon ik een boodschap inspreken. Het praten tegen een antwoordapparaat is maar een lullige bezigheid en zeker als je het over konijnen had, dacht ik.


's Avonds belde ze terug. Mannetjes deden het ook wel met elkaar, stelde ze me gerust.
"Heus, pa, er komt niets van! De man van de winkel heeft gezegd dat het mannetjes zijn!  Ja, die duifjes heb ik laten vliegen, eentje ging er in de boom zitten, dat was een leuk gezicht."
Ik geloofde haar onschuldige babbel niet.


De volgende dag kwam Ko, een liefhebber uit de straat naast mij, achterom.
'Konijn is lekker,' sprak hij toen hij Koos en Hans zag
'Dit zijn dwergkonijnen', wierp ik tegen,'die zijn te  klein.'
'Je kunt ze in mei natuurlijk  bij je weduwduivinnen gooien. Die gaan dan niet op de vloer liggen nestelen als  er konijnen rondhuppelen, dat heb ik  in het duivenblaadje gelezen', ging hij verder.
'Daar wennen ze aan en ze vreten die konijnenkeutels op' zei ik.
Die dochter van mij had me  mooi opgezadeld met die dwergsnuffelaars. Alle bevriende  duivenmannen die op de koffie kwamen, hadden commentaar.
 'Wie zijn geld wil zien verstuiven; hij kope konijnen en duiven' zei mijn oom Albert zaliger als hij van mijn postduivenhobby hoorde. Hij had een melkveehouderij en vond het zinloos geld uit geven aan andere dieren dan koeien.
En nu had ik ook konijnen.


Inmiddels gingen de weken voorbij. Het weer werd triester; de donkere dagen voor Kerstmis Ik knipte in die eerste winterdagen toen het even droog  was de coniferen en  maakte het buitenhok van Hans en Koos weer eens schoon; het was een smeerboel, het hok was in de voorbije dagen natgeregend. De jongens hadden een gigantisch berg  keutels geproduceerd. Ze kregen heerlijk verse stro en hooi. Koos sprong uit het hok; ik greep hem nog net in zijn nekvel en smeet  hem weer op z'n plaats. 
Vervolgens begon ik aan het nachthok. Het deurtje wilde niet open; al het hout was uitgezet door de overvloedige regenval. Met een hamer en een schroevendraaier wrikte ik de voorkant open. Het daglicht nam bezit van de konijnenslaapkamer; achter een berg stront en stro lagen zeven of acht zwarte konijntjes die ontzet alle kanten uitrenden. 


Ik was overdonderd. Wat moest ik daar in Godsnaam mee!
Als er in het voorjaar lammetjes geboren werden, riepen de mensen verheugd:" Het wordt lente." Maar wat je deed en zei als er tegen de Kersttijd konijnen geboren werden ,wist ik zo gauw  niet. Konijnen en Kerst hoorden een beetje bij elkaar, maar deze baby's waren voor de komende feestdagen zeker niet rijp voor de braadpan.
Hans en Koos hadden de zaak verkeerd gepland. Bovendien wie was Hans en wie was Koos; wie van hen was het vrouwtje? Dat probleem moest ik snel  oplossen. Mijn anatomische kennis van deze knabbelsoort was niet groot.
Ik zat in moeilijkheden; dat was zonneklaar
Nu had ik plotseling tien van die knaagdieren.
 Besluiteloos liep ik mijn tuin rond In tuinieren had ik geen zin meer. Ik deed het vlieggat van 't duivenhok open; de doffers die al gescheiden zaten, stormden naar buiten.


Ik kwam  een van mijn drie katten tegen. Het was de oude roodharige Hubertus. Hij was veertien jaar en zijn jachtinstinct stond  op een laag pitje. Mollen, goudvissen, lijsters of jonge konijntjes; vroeger bracht hij van alles mee  Van hem viel nu niet veel te verwachten. Waar moest ik met acht konijnen heen? 
En dan was er nog een kwestie die opgehelderd diende te worden. Ik had wel eens gehoord dat je bij een nest konijnen de vader moest verwijderen, omdat hij  anders z'n kroost de strot afbeet. Bovendien mocht je een nest niet verstoren en dat had ik al gedaan bij mijn schoonmaakactie. Wie, oh wie was de vader ! Was dat Hans of was het Koos. Welk beest moest ik apart zetten?.


Ik belde mijn dochter. Ik vertelde haar van de blijde gebeurtenis; ze begon uitbundig te lachen. Ze vond  't  het  einde. Ik ook.
'Je moet geboortekaartjes versturen, Pa,' plaagde ze
"En jij moet er een oplossing voor vinden," riep ik giftig, " je hebt gezegd dat het  tijdelijk is en nu zit ik met de brokken."
Ze zou haar best doen, beloofde ze. 
Even later belde ze terug. Ze had het. Ze wou de jonkies verkopen op de markt, op de Albert Cuyp , maar ze moesten eerst  een beetje groter groeien.
" Je moet nog een tijdje voor ze zorgen", zei ze, " Het is maar tijdelijk, heus Pa".
" Dat is met veel dingen in het leven zo," mopperde ik, " wanneer maak je eens kostgeld over, ik heb nog niks op de giro gezien."
Ze zou de  kleintjes over een tijdje ophalen.
Ik moest echter Hans en Koos scheiden. Aan Ko vroeg ik, hoe ik het sexe-probleem kon oplossen. Die zei' Je moet dat nieuwe lid van Pro Patria, hoe heet ie ook weer, eh.... die Van der Pal vragen. Hij is op een boerderij geboren en heeft verstand van zulke zaken.''
Palletje zoals die nieuwe aanwinst van onze club wel genoemd werd, kwam een paar dagen later. Het was een man met een volle baard en hij rookte een  sigaartje. Hij greep een spartelende Hans bij het nekvel, keerde hem om, duwde het korte staart op zij en sprak:' Kijk, dit beestje heeft een pijltje.' 
Hij blies er wat rook over, zette Hans weer op zijn landinggestel, keek mijmerend voor zich uit en zei:'Alsje die beesten kwijt wil, ik lust ze wel! '
''Ik zal er over denken', beloofde ik, en ik liet hem de poort uit. Toen ik de tuin inliep, zag ik Hans en Koos met hun voorpoten tegen het gaas snuffelen. Over een paar  zou het Kerstmis zijn, het feest van die andere geboorte. Wisten zij veel.
© c.u.
 

10 opmerkingen:

Jan de Stripman zei

Mooi verhaal ! Klassiek, zou ik bijna zeggen...;o)

Antoinette Duijsters zei

En heb je er smakelijk van gegeten:-)

Zelfstandig journalist Antwerpen zei

Konijnen zijn leuke dieren. Alleen ze produceren veel stront en planten zich voort als gekken. Geen huisdieren dus.

Soli zei

Komt me vaag bekend voor :-)
die van ons kregen een flatgebouw.
je schrijft dit wel heel smakelijk op

bert deben zei

met spanning en een lach gelezen, overtuigd dat het einde dramatischer ging zijn ... ;-)

Ron Roelandt zei

Ik zie het voor me. Pracht verhaal.

Unknown zei

@De Stripman;je hebt gelijk veel is erg herkenbaar.
@Antonette;nee hoor ik heb ze aan een dierenwinkel verkocht of gegeven.
@Zelfstandig journalist Antwerpen:ik ga je niet tegenspreken;ze vragen veek zorg en aandacht
@kiezels:bekend ja; de geschiedenis herhaalt zich intussen hebben m'n kleinkids ook al korte of langere tijd konijnen gehouden.
@dat dramatische einde wordt wel gesuggereerd, maar er kwam toch eerst een tussenoplossing.
@Ron:het was ook uit het leven gegrepen moet je maar denken

Anoniem zei

Mooi verhaal ook al heb ik niks met konijnen

Anoniem zei

brrrrr...konijnen
nu weet ik weer waar dat brrrr...op slaat

Athy zei

Een beetje mosterd na de maaltijd, maar ik heb wel echt gelachen.De volgende keer meteen die beestjes op hun rug leggen en de anatomie vergelijken.Het is wel echt een mannenverhaal, haha! Groet!