Dit wordt een verhaal van liefde, dood en verdriet. Ik heb zo het een en ander meegemaakt,want mijn leven als onderwijzer begon al bijna vijfentwintig jaar geleden op de openbare lagere Rembrandtschool in Ten Boer.
Het hoofd van die school was meester Van Putten; een verschrikkelijker man en een ellendiger naam heb ik wel nooit ontmoet. Van de gebeurtenissen die mijn afkeer van deze burgerlijke en keurige man zò onmetelijk diep hebben gemaakt, wil ik u er enkele weergeven.
In 1957 reed ik op een oud brommertje dagelijks naar mijn eerste school, stalde het gammele toestel in de kleine stalling op de verste hoek van 't schoolplein en onderwees vervolgens de hele dag de 48 mensen tellende vierde klas; een klas met overwegend domme en gelukkige kinderen.
Na twee weken stond Van Putten mij 's morgens bij de fietsenbergplaats op te wachten. Hij wees zwijgend op een paar grote olievlekken op de tegels en zei daarna:" Je mag je bromfiets daar niet meer neerzetten, laat hem maar ergens op straat of leg er wat oud papier onder!"
En zo kwam het dat ik vanaf die dag mijn antieke Avaros op oude kranten stalde. Een enkele keer vergat ik 't en dan wierp Van Putten tijdens 't eerste uur de deur van mijn klas open en riep verbeten:"De brommer vlekt!"
Ik stuurde daarop Harm Cladder of de kleine Wilfried de Boer met wat dagbladen weg om de fout te herstellen,, en mijn klas had leedvermaak.
De rozen rond het plein waren een bron van andere verdrietigheden. De zorg om het wel en wee van deze bloemen hield Van Putten voortdurend bezig.
Spelende kinderen mochten niet in de rozenperken komen en als ik pleinwacht had, moest ik erop toezien dat zulks ook niet gebeurde.
Om het mij makkelijker te maken had onze hoofdmeester een brede strook niemandsland bedacht tussen de stoeiende jeugd en de rozen: in een gebied van vijf tegels van de rand mocht geen kip komen.
Ik kuierde tijdens het speelkwartier ijverig in dit lege grensgebied en stuurde iedereen die de 'rozenwet' van Van Putten overtrad naar binnen. Voor straf mochten die leerlingen voor de zesde klas op de grond zitten en dat was een grote schande, want de zesde genoot van zulke straffen!
Jan van Putten hield van orde en netheid. De school en de omgeving van de school moesten zijn visitekaartje zijn. Veel later heb ik eens gelezen dat sommige commandanten van Duitse concentratiekampen dezelfde haast ziekelijke belangstelling voor groenvoorziening en frisse kleuren hadden.
Tijdens een van de personeelsvergaderingen besloot 't Hoofd dat het maar eens uit moest met dat slordige geplas in en over de toiletten en hij schotelde ons een verbijsterend systeem voor waarbij ordeloos gepiemel voortaan onbestaanbaar zou zijn.
In 't kort kwam het hierop neer: de jongens stelden zich in een rij op voor de wc, de onderwijzer controleerde de bril en vervolgens mocht de eerste leerling naar binnen; als ie klaar was, moest ie naast de leerkracht gaan staan en even wachten tot de volgende gegadigde na een vluchtige controle met luide stem kwam melden:" Bril droog, meneer!"
Met deze omslachtige procedure werden alle toiletkinderen afgewerkt. We waren er meestal de hele pauze mee bezig en van koffie drinken kwam niks.
Doorgaans kon ik groen licht geven voor het wachtende kind, maar een enkele keer klonk de kreet:" Meester hij hep'r naast gezeikt!"
Dan volgde de een of andere vreselijke straf.
"Gelukkig," zul je zeggen,"is dit allemaal lang geleden en leven we in betere tijden." Maar Van Putten leeft nog; de Van Puttens gaan niet dood en zij hebben hun eigen ordelijke en nette leven, eeuwig en altijd.
c.u.
7 opmerkingen:
Waar een mens zich niet druk om kan maken. Verkeerde man op de verkeerde plek.
Kan mij de situatie precies voorstellen, het is of ik even terug ben op school. Nonnen waren net zo erg of eigenlijk nog erger.
De Van Puttens bestaan nog, gelijk heb je. Sommige fouten schijnen nooit te verdwijnen.
van Putten. De naam wekt wantrouwen
als hij ergens blogt, zou ik willen lezen hoe hij terug kijkt op vlekkende brommers en natte brillen.
Nou weet ik toch bijna zeker dat ik gisteren een reactie heb verstuurd, maar ja, computerlogica en ik....
Mijn reactie was: met grote bogen om alle Van Puttens heenlopen, tot aan je laatste snik. Groet!
@ZJA:ik was daar niet op z'n plaats vond hij....
@Antoinette; je hebt gelijk absurde dingen kwamen op wel meer scholen voor
@Ron;dat soort figuren is van alle tijden
@lebonton:hij leeft ws al lang niet meer
Athy;een spookreactie dus soms gebeurt dat; ik ben het met je eens
Een reactie posten