Op school is er weer eens
onenigheid met rector Zuidenwind over de administratieve rompslomp als je
vervelende leerlingen de klas uit stuurt. De schoolleiding heeft bedacht dat
het beter is dat de docent eerst een begeleidend briefje maakt waarin hij
vertelt waarom een leerling de klas uitmoet.
De diepere gedachte achter dit
nieuwe fenomeen is waarschijnlijk dat een leraar dan minder snel een leerling
de toegang tot de les zal ontzeggen. In de docentenkamer zitten Hans Oester en
Pim van Dril die maatschappijleer geeft zich hierover vreselijk op te winden.
Dat wil zeggen het is vooral Van Dril die stampij maakt. Oester geeft zich niet zo gauw bloot en als hij wat
zegt, spreekt hij zacht en voorzichtig.
In oeverloos gepraat heb ik geen
zin en de confrontatie met 3 havo het
voorbije lesuur zit me dwars. Tot overmaat van ramp komt conciërge Zanger
binnen; hij toont bij de deur al zijn zoetste glimlach.
Ik neem de koffie die ik juist
getapt heb mee naar de hal en loop naar het computerlokaal. Tussen en achter de
vele PC’s zitten een paar leerlingen die iedere maand de schoolkrant voor hun
rekening nemen. Ze hebben ook een vrij uur of ze spijbelen. Het
informaticalokaal ligt in een uithoek en
ze zijn hier tamelijk onvindbaar vooral wanneer ze serieus aan het werk
zijn zoals nu.
‘Meneer’,vraagt een van hen,
’maakt U ook eens wat voor onze krant?’
‘Wat moet het zijn, Marjolein’, wil
ik weten.
‘Maakt niet uit als het maar een
beetje kritisch naar de schoolleiding is.’
Even
later bespeel ik met twee vingers het toetsenbord en verschijnt er een wat
recalcitrante brief op het beeldscherm.
Na enige aarzeling zet ik er de naam
van Pim van Dril onder en laat de spijbelende redactieleden mijn ‘artikel’
lezen. Ze vinden het wel gaaf, willen weten wie die Gijs precies is en genieten
van het idee dat de leraar maatschappijleraar om deze open brief bij de rector
op het matje zal moeten komen. Ik maak drie afdrukken voor de leerlingen, een
voor mijn collega en een om thuis aan Lydia te laten lezen.
Waarom ik Gijs “Schommel” er niet
uitstuurde!
BESTE Theo Zuidenwind, sinds wij het verwijderen van
leerlingen vergezeld moeten laten gaan van een geschreven document waarin
het " het uitsturen"gemotiveerd, onderbouwd, en becommentarieerd
moet worden, slaap ik slecht, smaakt het eten minder goed, en ben ik in mijn sociale contacten gefrustreerd.
Dat kan toch niet jouw bedoeling zijn! Je wilt toch de
beschikking houden over een gezond,
gelukkig en dynamisch docentenvolkje! Wat is jouw intentie dan wel! .....
Jij
krijgt zoveel verbannen leerlingen op je rectorsbordje dat je 't overzicht kwijtraakt. Je wenst een referentiekader,
te weten een schriftelijk verslag, om de soms wat leugenachtige, en fantasierijke
verhalen van leerlingen te kunnen toetsen. Op zichzelf is dat een begrijpelijk
verlangen. Maar Theo, werkt het wel! Immers, wat zal de praktijk laten zien!
Voor de Zuidenwindse rectorskamer een gang vol trappelende weggezonden scholieren, die om de beurt het heiligdom mogen betreden; op het bureau van Z. een stapel opstellen van docenten. Een uiterlijk rustige en stoïcijnse schoolbaas die de verhalen aanhoort, leest, of helemaal niet leest, die de stories vergelijkt en per ongeluk verwisselt en ziet dat het niet klopt. Kortom Theo, een puinhoop en een drukte van belang. Was dit de bedoeling! Ik kan het maar met moeite geloven!
Ik denk graag het slechtste van mensen dan valt in het
leven niet alles tegen, maar dit terzijde! Als een boze leraar een boze
leerling de klas uitschopt en hij weet,
de docent bedoel ik, dat hij als strafwerk het proces verbaal van excommunicatie
moet schrijven, dan zal hij zich 2 keer bedenken voor hij zegt’ Marietje, ga
de klas maar uit!’ De schriftelijke rapportage aan de rector heeft een
remmende werking: het aantal verwijderde scholieren zal teruglopen.
En wat heeft Gijs Schommel met dit alles te maken, wilt
U weten! Gijs is een zuiger, een jongen die langs het lijntje van het toelaatbare
wandelt. Een docent kan hem altijd net niet pakken. Hij vraagt 3 a 5 keer ’Op
welke bladzijde zijn we’, of deelt trouwhartig mee dat hij z'n huiswerk heeft
vergeten om vervolgens te zeggen ’O ja, ik heb het toch wel gemaakt!’ ....Gijs
zit hardop in zichzelf te praten, als iedereen stil aan het werk is; in zijn omgeving
vallen spontaan stoelen om en wanneer
een andere leerling wat vraagt aan de leraar, uitleg bijvoorbeeld, dat komt
voor, dan begint G. mee te babbelen en dan kan het tenslotte gebeuren dat de
leraar, ik dus, drie keer of meer gewaarschuwd heeft ’Gijs, je gaat eruit, als je zit te praten’ (soms raak ik
de tel kwijt) en dat de emmer uiteindelijk overloopt.
De conciërge bijvoorbeeld pikt het briefje van de haak
en Gijs groet hem uitbundig met-‘Dag, beste man!’.....
‘Nu is het genoeg, Schommel, je gaat eruit, nu onmiddellijk,
nee, geen gezeur, weg wezen!’
‘Ja maar, ik mag die man toch wel groeten!’
‘Nee, dat mag niet.’
Langzaam en met veel trage handelingen pakt G. dan z'n
spullen bij elkaar, kijkt met gemengde trots de klas rond; er worden groeten
gemompeld: Gijs exit!
Gijs is een zuiger; je zou zo'n jongen eigenlijk voor een poosje in de garderobe tussen de jassen aan de kapstok moeten hangen tot hij uitgesparteld is.
Gijs is een zuiger; je zou zo'n jongen eigenlijk voor een poosje in de garderobe tussen de jassen aan de kapstok moeten hangen tot hij uitgesparteld is.
En
wat zegt G. tegen rector Z. ’Meneer, meneer Mulder had een slechte bui, ik deed niks en opeens moest
ik weg!'
Ja, zo gaat dat, Theo, en dan moet ik schriftelijk een
uitgebreid overzicht geven van de gebeurtenissen
die tot dit incident hebben geleid. DAT doe ik
niet, dank je feestelijk: ik stuurde en stuur die Geert of Gijs of hoe de gek ook mag
heten, er niet uit. Als hij aan jouw
deur klopt, is hij daar uit vrije wil
gekomen en als hij zegt dat ik hem heb gezonden, liegt hij, wat hij ook vertelt.
Bij mij lopen ze spontaan de klas uit naar een van de schoolleiders als ze dat
nodig vinden. Zo is het Theo, niet anders!
Voor de rest: een vriendelijke groet van Pim van Dril;
een geplaagde docent.
©c.u.
uit Binnenpark Buitenpark een episode na http://binnenpark.blogspot.nl/2013/04/waar-heb-je-die-dode-heer-gevonden.html
6 opmerkingen:
het muisje zal een staartje hebben,hoop ik.vooral het Gijs-stuk vond ik geweldig geschreven.
@Athy; Gijs wordt in het laatste deel van de 'roman' wat milder en vanuit een ander perspectief beschreven
Daar komt ellende van, dat zie je zo...;o)
Zou je denken Jan.......
Je was dol op uitroeptekens zie ik.
@ZJA; daar heb je een punt Johan! Het gebruik van dat leesteken heeft natuurluurlijk alles te maken met de schreeuwerige toon van die brief.....
Een reactie posten