Wat moeten we nu voor zo'n opstel geven |
Fragment uit mijn boek Buitenpark Binnenpark
De leerlingen van 2 en 3havo hebben een eindtoets voor grammatica gemaakt. De resultaten zijn desastreus; slechts een enkeling weet een magere voldoende te scoren en dat is meer geluk dan wijsheid.
Ik sta in tweestrijd: moet ik dat cijfer laten meetellen of moet de handel in de prullenmand.
Om het slechte cijfer iets te compenseren laat ik ze een verslag schrijven. Je kan het ook een beschrijving noemen. Ze mogen mijn beruchte lokaal 7 weer eens met woorden uittekenen of in volzinnen portretteren.
‘Doe maar net of je aan een
onbekende vertelt hoe beroerd het hier is op deze school en speciaal in deze
lesruimte ‘, adviseer ik hen.
Zuchtend en protesterend zijn ze
met die kut - opdracht begonnen, om het maar in hun idioom weer te geven.
‘Meneer, dit is toch niet leuk,
kunt U nog iets stommers verzinnen, wat een bout- opstel, zeg,’schettert Gijs.
Ik glimlach minzaam en zeg: ‘toe
maar, begin nu maar; het valt best mee. Je zult zien dat het leuk wordt en dan
krijg je op de koop toe een prachtig cijfer.’
Gijs kijkt of hij zich zorgen
maakt om mijn psychische toestand en Denise zegt dat ze me door heeft, dat ik
geen zin heb me in te spannen voor een leuke les, dat ik liever de krant lees
of zo maar wat zit te suffen. Ja Denise! Ze leidt buitenschools al een
volwassen leven. Ze heeft verkering met een soort Hell’s Angel of een
gemotoriseerde Hooligan. Veel contact met de meisjes van haar klas zoekt ze
niet.
Wat heeft ze me goed in de
peiling dat kleine kreng met haar gitzwarte ogen. Afgezien van die ogen heeft
ze wel iets van mijn busvriendinnetje van vroeger. Ze zit al twee jaar bij me
in de klas en we zijn, na hevige voorhoedegevechten, op elkaar gesteld geraakt.
Ik noem haar dus vaak Stefanie of
Steffie en dat vindt ze niet vervelend vooral niet na mijn uitleg.
‘
Denise ik was vroeger op een meisje zoals jij en die heette zo.’
Ze glimlacht
met een mengeling begrip en voldoening.
Zo van dat hebben die andere
stomme grieten in de klas mooi niet. Ze heeft het hart op de juiste plek, maar
ze kan hemeltergend grof in de mond zijn.
Als Vanessa bij het wisselen van
de les tegen haar aanloopt, schreeuwt ze: ‘zit niet met die vuile kont van je
tegen me aan te duwen, vies wijf.’
Dat liegt er niet om en Vanessa
betaalt haar met gelijke munt en roept dat ze met die gore kut uit haar buurt
moet blijven.
Zo gaat het een tijdje door terwijl de tassen ingepakt worden en ze
beschuldigen elkaar beurtelings een slet of sloerie te zijn die het met de hele
school doet.
‘Hou jij je er buiten,’roept de
één tegen de onschuldige Nashmil die met grote ogen het verbale geweld
aanhoort, ‘jij zit de hele dag uitje
vieze neus te vreten!’
Ze zijn vijftien, zestien jaar en
zo reageren ze hun ongenoegen af.
Ik vraag: ‘jongens, kan het wat
minder?’
‘We zijn meisjes, meneer,’word ik
terechtgewezen.
Als ze de deur uitgaan, roept Vanessa nog wat gruwelijke
dingen. Dan ben ik alleen. Er komen geen nieuwe leerlingen want er is een klas
uitgevallen: 2havo is met de geschiedenisleraar op excursie.
Ik blader wat in de
proefwerkblaadjes met lokaal 7- beschrijvingen en lees hier en daar een stukje.
Ze zijn nog niet klaar, morgen mag er verder aan gewerkt worden. Een paar
hebben reeds een mooi beginnetje bedacht.
De meesten geven een droge opsomming
van wat er allemaal in het lokaal te vinden is.
Gijs inventariseert het aantal
stoelen, tafels, tl- buizen en vensters. Dat belooft niet veel goeds. Wouter
schrijft dat er woorden aan de wand hangen en Lotte heeft het over papieren met
teksten. Wat moet je nou voor zulke opstellen geven........
7 opmerkingen:
er kan toch geen compassie volgen na een opstel wat opgedragen werd uit compassie?
Nee Ton dan moet je hard zijn er komt tenslotte een eind aan toegeeflijkheid en mild zijn
Je had ze beter een observatie over elkaar kunnen laten schrijven. Dat zou meer dan genoeg inspiratie hebben opgeleverd :-).
@ZJA: dat is linke soep om ze over elkaar te laten schrijven Johan, dat geeft gedonder
Dat bedacht ik mij ook achteraf.
Hoeveel jaar geleden is dit? Er is niet veel veranderd,goed om te weten.
'Die jeugd van tegenwoordig', zal ik niet gauw in mijn mond nemen maar laatst in de trein kon ik een discussie volgen, die loog er niet om.Eigenlijk opgelucht om te weten dat dit soort taal van alle tijden is.Dan mag je hopen dat het ook weer voorbij gaat.Tot de volgende generatie.
@Athy: 20a 25 j geleden, gaat voorbij als ze 'groot' worden. Het is van alle tijden. 'de jeugd van tegenwoordig is een verschuivend begrip
Als ik in deze tijd voor de klas stond, waren in dit verhaal heel andere termen en kreten terecht gekomen, mijn fragment is dus gedateerd
Een reactie posten