Een boek en een multocahier
vlogen rakelings langs zijn hoofd, knalden tegen het bord en vielen op de
grond achter hem.
Een meisje krijste:’ en nou ben ik het
zat.’
Ze gooide haar tafel en stoel om
en stoof het lokaal uit. De deur knalde.
Twee andere meiden stonden op,
krijsten;’ dan gaan wij ook!’
Opnieuw werd de deur ruw dicht
gesmeten.
Het was een donderdagmiddag, het
laatste uur. De rest van de leerlingen keek even op, maar werkte verder.
De projectielen die op hem afgevuurd waren, bleven liggen
De leerlingen waren met een
tekstverklaring bezig; een eindexamen opgave. Ze moesten voorbereid worden op
het felbegeerde mavo of havo diploma.
Leuk vonden ze dat niet’ Er was gezeurd en tegengestribbeld.
‘ Meneer Mulder kunt U niks spannenders
bedenken. Het is zo saai, meneer!’
Op zijn kruk vanachter de hoge
lessenaar keek hij op hen neer. Doodziek werd je van dat gemekker.
‘ Ik zit hier toch niet voor de
klas om grappen te tappen', zei hij.
Ze bleven mopperen.
’ Meneer, wanneer hebben we
zulke vragen en dat tekstgedoe later nou nodig!’ vroeg er een en Sandra Baars treiterde:’ Als ik
straks ergens een baan heb, meneer Mulder, moet ik dan ook alinea’s samenvatten
en open vragen oplossen en tegenstellingen kunnen aanwijzen?’
‘ Als je zulke dingen niet kunt,
Sandra Baars, dan haal je het diploma niet en dan mag je alleen maar vakken
vullen of achter een kassa zitten.’
Dat was het moment geweest waarop het
grof geschut begon en hij met
studiemateriaal bekogeld werd.
Hij keek eens naar het leerboek en
werkschrift die achter hem op de vloer lagen en bedacht dat de dames misschien
toch een tikkeltje gekwetst waren door zijn cynisme.
De bel klonk. Vier mavo ging.
Iemand raapte de spullen op. Anderen verzamelden de eigendommen van de voortvluchtige
meiden.
De volgende morgen het derde uur wilden ze weer het lokaal in. De boekensmijtster was welkom. Ze had hem ’s avonds gebeld en gezegd dat ze toch wel spijt had van haar ongewone actie.
De twee meelopers; Marieke Sprot en haar vriendin Leonie Kibbeling stuurde hij weg. Ze vonden ook niet
dat ze wat uit te leggen hadden.
‘ Ga maar naar
Rector Schar,’ zei hij.
Die nam hem in de middagpauze apart en
was van oordeel dat ze weer in de les mochten. Die meisjes hadden
tenslotte alleen maar partij gekozen voor een vriendin.
‘ Eerst excuses,’ was zijn reactie.
Schar liep hoofdschuddend over zoveel
koppigheid weg.
Nog twee maal weigerde hij Leonie en Marieke de toegang. Het duurde tenslotte ruim een week voor ze eieren voor hun geld kozen. Ze kwamen met een tamelijk neutrale smoes waarbij ze elkaar telkens in de rede vielen.
‘ het was misschien beter geweest als
ze het niet gedaan hadden, maar hij had ook wel een beetje begrip kunnen tonen,
hun vriendin die zorgen had en verdrietig was hadden ze alleen maar willen steunen.’
Dat die een tijd later het leven niet
meer aankon, had niemand toen kunnen weten. Misschien had hij dan voor haar
buitensporige gooi - en smijtactie meer
begrip gehad. Het was maar beter dat je niet alles van te voren wist in het
bestaan.
Marieke en Leonie konden de klas weer in en begonnen met frisse tegenzin aan een nieuwe tekst en moesten veel verwijswoorden, sleutelwoorden en kernzinnen opzoeken. Met Marieke bleef hij de rest van het jaar op gespannen voet staan.
Voor Leonie hield hij een zwak. Dat kwam vooral door die charmante
steenkoologen, maar wellicht had het ook te maken met haar gekke achternaam. Je dacht natuurlijk direct
aan een smakelijk visgerecht. In het grote achternamenboek kon echter iedereen
verifiëren dat het allemaal niet
verzonnen was. Haar gaf hij de bijnaam mevrouw Kibbel en soms gebruikte hij die
toenaam ook in de les, riep dan af en toe Kibbeltje zit niet aldoor te kletsen
Jaren later kwam hij ze nog ergens
tegen in de volwassen wereld. Marieke werkte op een makelaarskantoor waar hij
zijn huis in de verkoop had gedaan omdat hij naar Groningen terug wou. Ze
reageerde verrast en enthousiast.’ Ah meneer Mulder, ik heb veel van U geleerd
en we hadden het toch altijd zo gezellig op school’ , meende ze.
Met Leonie Kibbeling stond hij eens
oog in oog in Italiaans restaurantje toen hij daar met een vriendin pasta at.
Met haar donkere flonkerogen vroeg ze ondeugend lachend of het gesmaakt had en
of ze nog iets na wilden.
Die ondeugende ogen van Kibbel
herinnerden hem aan vroeger en heel erg lang geleden toen zijn ouders van de
Veluwe naar Groningen verhuisden. Hij
was boos geweest en dacht ook nu nog ontstemd: en mij werd niets
gevraagd, ik wilde helemaal niet. Wat
moest ik daar in dat verre Noorden op een vreemde Kweekschool zonder de klasgenoten waar ik in Deventer zo vertrouwd
mee was geraakt…………
Het was misschien ergens in het
voorjaar van 1953 geweest. Ja, ik zat in de restauratie, de wachtkamer, van het
Groninger hoofdstation en wachtte daar op Annie.
2 opmerkingen:
Ik had soortgelijke gedachten op de middelbare school, vooral bij de poëzielessen.
Gedichten......daar heb ik ze niet veel ja maar heel sporadisch me lastig gevelallen Johan
Een reactie posten