dinsdag 16 april 2013

Een boze brief




Op school is er weer eens onenigheid met rector Zuidenwind over de administratieve rompslomp als je vervelende leerlingen de klas uit stuurt. De schoolleiding heeft bedacht dat het beter is dat de docent eerst een begeleidend briefje maakt waarin hij vertelt waarom een leerling de klas uitmoet. 
De diepere gedachte achter dit nieuwe fenomeen is waarschijnlijk dat een leraar dan minder snel een leerling de toegang tot de les zal ontzeggen. In de docentenkamer zitten Hans Oester en Pim van Dril die maatschappijleer geeft zich hierover vreselijk op te winden. Dat wil zeggen het is vooral Van Dril die stampij maakt. Oester  geeft zich niet zo gauw bloot en als hij wat zegt, spreekt hij  zacht en voorzichtig.

In oeverloos gepraat heb ik geen zin en de confrontatie  met 3 havo het voorbije lesuur zit me dwars. Tot overmaat van ramp komt conciërge Zanger binnen; hij toont bij de deur al zijn zoetste glimlach.
Ik neem de koffie die ik juist getapt heb mee naar de hal en loop naar het computerlokaal. Tussen en achter de vele PC’s zitten een paar leerlingen die iedere maand de schoolkrant voor hun rekening nemen. Ze hebben ook een vrij uur of ze spijbelen. Het informaticalokaal ligt in een uithoek en  ze zijn hier tamelijk onvindbaar vooral wanneer ze serieus aan het werk zijn zoals nu.

‘Meneer’,vraagt een van hen, ’maakt U ook eens wat voor onze krant?’
‘Wat moet het zijn, Marjolein’, wil ik weten.
‘Maakt niet uit als het maar een beetje kritisch naar de schoolleiding is.’
Even later bespeel ik met twee vingers het toetsenbord en verschijnt er een wat recalcitrante brief op het beeldscherm.
 Na enige aarzeling zet ik er de naam van Pim van Dril onder en laat de spijbelende redactieleden mijn ‘artikel’ lezen. Ze vinden het wel gaaf, willen weten wie die Gijs precies is en genieten van het idee dat de leraar maatschappijleraar om deze open brief bij de rector op het matje zal moeten komen. Ik maak drie afdrukken voor de leerlingen, een voor mijn collega en een om thuis aan Lydia te laten lezen.

Waarom ik Gijs “Schommel” er niet
uitstuurde!

BESTE Theo Zuidenwind, sinds wij het ver­wijde­ren van leerlingen ver­ge­zeld moeten laten gaan van een geschreven document waar­in het " het uit­sturen"ge­mo­tiveerd, onderbouwd, en be­commen­tarieerd moet worden, slaap ik slecht, smaakt het eten minder goed, en ben ik  in mijn sociale contac­ten gefrustreerd.
Dat kan toch niet jouw bedoe­ling zijn! Je wilt toch de be­schikking  houden over een gezond, gelukkig en dyna­misch do­centenvolk­je! Wat is jouw intentie dan wel! .....
Jij krijgt zoveel ver­bannen leerlingen op je rectorsbordje dat je 't    over­zicht kwijtraakt. Je wenst een re­ferentie­kader, te weten een schrif­te­lijk ver­slag, om de soms wat leu­gen­achtige, en fan­tasie­rij­ke verha­len van leerlingen te kunnen toet­sen. Op zichzelf is dat een be­grijpelijk ver­langen. Maar Theo, werkt het wel! Im­mers, wat zal de prak­tijk laten zien! 

Voor de Zuidenwindse rectors­kamer een gang vol trappelen­de weggezonden scho­lie­ren, die om de beurt het hei­lig­dom mogen betre­den; op het bureau van Z. een stapel op­stellen van docen­ten. Een uiter­lijk rus­tige en stoï­cijnse school­baas die de verha­len aan­hoort, leest, of hele­maal niet leest, die de sto­ries ver­ge­lijkt en per onge­luk verwisselt en ziet dat het niet klopt. Kortom Theo, een puin­hoop en een drukte van be­lang. Was dit de be­doe­ling! Ik kan het maar met moeite gelo­ven!
Ik denk graag het slechtste van men­sen dan valt in het leven niet alles tegen, maar dit terzij­de! Als een boze leraar een boze leerling de klas uitschopt en hij  weet, de docent bedoel ik, dat hij als strafwerk het proces ver­baal van excommuni­catie moet schrijven, dan zal hij zich 2 keer bedenken voor hij zegt’ Mariet­je, ga de klas maar uit!’ De schrif­telijke rap­por­tage aan de rector heeft een remmende wer­king: het aantal ver­wijderde scho­lieren zal teruglopen. 

En wat heeft Gijs Schommel met dit alles te maken, wilt U weten! Gijs is een zui­ger, een jongen die langs het lijn­tje van het toe­laat­bare wan­delt. Een docent kan hem altijd net niet pak­ken. Hij vraagt 3 a 5 keer ’Op welke blad­zijde zijn we’, of deelt trouwhartig mee dat hij z'n huis­werk heeft vergeten om ver­volgens te zeggen ’O ja, ik heb het toch wel ge­maakt!’ ....Gijs zit hardop in zichzelf te praten, als iedereen stil aan het werk is; in zijn om­geving vallen spon­taan  stoelen om en wanneer een andere leerling wat vraagt aan de leraar, uitleg bij­voorbeeld, dat komt voor, dan be­gint G. mee te babbe­len en dan kan het tenslotte gebeu­ren dat de le­raar, ik dus, drie keer of meer ge­waarschuwd heeft ’Gijs, je gaat  eruit, als je zit te pra­ten’ (soms raak ik de tel kwijt) en dat de emmer uit­ein­delijk over­loopt.

De conciërge bij­voor­beeld pikt het briefje van de haak en Gijs groet hem uitbundig met-‘Dag, bes­te man!’.....
‘Nu is het genoeg, Schom­mel, je gaat eruit, nu onmid­dellijk, nee, geen gezeur, weg we­zen!’
‘Ja maar, ik mag die man toch wel groe­ten!’
‘Nee, dat mag niet.’
Langzaam en met veel trage hande­lingen pakt G. dan z'n spullen bij elkaar, kijkt met ge­mengde trots de klas rond; er wor­den groe­ten ge­mom­peld: Gijs exit! 
Gijs is een zuiger; je zou zo'n jongen eigenlijk voor een poosje in de garderobe tussen de jassen  aan de kapstok moeten hangen tot hij uitgesparteld is.
En wat zegt G. tegen rector Z. ’­Meneer, me­neer Mulder had een  slech­te bui, ik deed niks en op­eens moest ik weg!'

Ja, zo gaat dat, Theo, en dan moet ik schrif­te­lijk een uitge­breid  overzicht ge­ven van de ge­beurtenissen die tot dit in­ci­dent hebben geleid. DAT doe ik niet, dank je feestelijk: ik stuur­de en stuur  die Geert of Gijs of hoe de gek ook mag heten,  er niet uit. Als hij aan jouw deur klopt, is hij daar uit vrije  wil gekomen en als hij zegt dat ik hem heb gezon­den, liegt hij, wat hij ook ver­telt. Bij mij lopen ze spon­taan de klas uit naar een van de schoolleiders als ze dat nodig vin­den. Zo is het Theo, niet anders!
Voor de rest: een vrien­delijke groet van Pim van Dril; een  geplaagde do­cent. 
©c.u.

6 opmerkingen:

Athy zei

het muisje zal een staartje hebben,hoop ik.vooral het Gijs-stuk vond ik geweldig geschreven.

Unknown zei

@Athy; Gijs wordt in het laatste deel van de 'roman' wat milder en vanuit een ander perspectief beschreven

Jan de Stripman zei

Daar komt ellende van, dat zie je zo...;o)

Unknown zei

Zou je denken Jan.......

Zelfstandig journalist Antwerpen zei

Je was dol op uitroeptekens zie ik.

Unknown zei

@ZJA; daar heb je een punt Johan! Het gebruik van dat leesteken heeft natuurluurlijk alles te maken met de schreeuwerige toon van die brief.....