Sonnet voor
Cornelia
‘En het was
toch zo’n lelijk meisje,
hoe kon je
daar ooit verliefd op zijn’
zei ze
misprijzend’ leg mij eens uit.’
Maar hoe
vertel je aan die afgunst
van de herinnering
en zoete pijn!
‘weet je nog ‘zei ik’ het was Vlieland;
voor ‘t eerst de golven en de branding.
voor ‘t eerst de golven en de branding.
‘t licht van de zee maakt alles anders.
De bal die zij gooide ving ik op
bij toeval even later troffen me
haar stem en duister - boze ogen
jij stond erbij miste het magisch spel.
Er kwam geen tijd meer
van vergeten
Niet knap, oké, dat wilde ik niet weten.’
©c.u.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten