Mijn poëzie las ik al eens voor bij
de buren
zo stond ik in ’t leven vaker voor
snoeihete
vuren. Ze hadden dat van de man zo solitair
op nummer 8 of 9 nu niet direct
verwacht.
Die hield toch duiven waarvan je de
veren
soms in het rond zag stuiven. Hij lachte
wat verlegen maar alles wat je ziet,
hoort,
voelt, komt uiteindelijk door jou. De
ander
registreert op ’t netvlies, vogels,
vleugels,
vlees, poten, ogen, poes van de
overkant,
jachtgeweer, schot hagel, duivensoep.
Hij declameerde gedragen: ‘Een
dinosaurus
steekt over op ‘t zebrapad, een vlinder
fladdert
digitaal langs de windmolens en wolken
van een verte. En ik heb m ’n vrienden
op
donderdag gescheiden netjes bij de weg
gezet, vriendinnen zijn eerder
gerecycled
voor duurzame goedkope nieuwe energie
‘t Is kerst ‘t wachten is nu op de
slimme meter.’ ©c.u 26-12-‘15