Haar witte bloemen hadden de geest
gegeven: het was wel mooi geweest.
Wat bleef; een geur aan eerder dagen,
de tijd van onuitgesproken vragen.
Vergankelijkheid in een vaas geschikt
Het verlangen dat haar wonden likt.
Eens was diep herkennen nog ’t meest
een ingetogen en aandachtig feest.
Ze zat voor hem op school en de rozen
van haar witte trui schenen als de zon.
Waarom had het lot toch haar verkozen,
wilde het samenbrengen wat niet kon.
Zij verlangde steels naar ’t verre licht,
hij dacht aan zijn levenslang gedicht.
©c.u.
2 opmerkingen:
Mooi gedicht. Ik word er wat weemoedig van.
weemoed laat schrijven
Een reactie posten