woensdag 18 maart 2015

Karel had er zin in






Het Eper zwembad lag op de uiterste noordgrens van de gemeente. De inwoners van H. hadden het dan ook steevast over ons zwembad. Kortom het lag er maar aan hoe je de zaak bekeek. 
Beide gemeenten maakten aanspraak op de eigendomsrechten van zwemparadijs De Wijerd. Misschien zag het er daarom zo haveloos uit, immers wie was verantwoordelijk voor het onderhoud. 

Als je via een  knarsend draaihekje tot de zwem- en spartelattractie was toegelaten door een norse badmeester en diens sprietmagere vriendin, liep je recht op een grote vierkante watervlakte af met in het midden een kunstmatig eiland waarop een paar wilgen groeiden, dat Klein Texel werd genoemd.   

Aan de linkerzijde van het vierkant waren de hoge en lage duikplank. 
Wanneer je rechtsaf  over het betonperron liep, kwam je bij de kleedcabines. Die waren gesitueerd in  een soort open hofjes, grote open onoverdekte ruimten met daarin links en rechts kleedhokjes met van die met groene carboleum bewerkte bardeurtjes, in het midden een paar douches en aan de achterkant een overdekte hoek met banken en kapstokrails waar je aan  haken en knaapjes de kleren, schoenen en badtassen moest ophangen. 
Er waren misschien  een  vijftig-, zestigtal omkleedhokjes verdeeld over een stuk of zes  van die units. Een eind verderop was aan de rechterkant nog een half overdekt zandstrand.
De rest van het zwembad had een wallekant van gras.
  
De procedure was als volgt. Je kocht een toegangskaartje, ging links, kleedde je uit, hing je spullen op, nam een douche, liet je omzichtig langs een onderwatertrap in het koude water van het diep of ondiepe zakken of nam meteen stoer een forse duik vanaf de betonnen kust. 
Vandaag, een woensdagmiddag, was het water handwarm. Kinderen hadden vrij van school. 
Karel  zwom en waadde in het ondiepe waar het water tot navelhoogte reikte. Hij had er zin in. Er waren veel lui van zijn klas.

Achter hem klonk een meisjesstem;, zullen we doen wie het hardst kan zwemmen. Dat was natuurlijk niet aan dovemans oren gezegd. Diny kwam langszij. Samen zwommen ze verder. 
Op een plek waar het bad dieper was en de bodem oneffen en glibberig, hield ze in en kwam voor hem staan, dreef toen met haar armen roeiend op hem af. 
Ze lachte, was gezellig dik, had al opdringerige borstjes, donker haar, bruine ogen en wangen als blozende zoet appeltjes. Haar armen gingen om hem heen, handen gingen op avontuur. Ze schoven tegen elkaar. Hun benen raakten  een beetje wat verstrengeld. Dat was een prettig en apart gevoel! Ze keek ondeugend. 

Opeens merkte hij hoe haar vingers zich tussen de rand van zijn zwembroek wurmden. Hij schrok en deinsde achteruit. 
Er dreigde gevaar!   
Hij begreep wat ze in haar schild voerde. 
Ze giechelde: ‘Ach joh je bent een bange schijterd,  held op sokken!’ en zwom naar’ Klein Texel waar andere meisjes uit zijn klas lagen te zonnebaden. 
Ze mocht zeggen wat ze wou, maar bang was hij niet. 
Hij wist maar al te goed wat zo’n veertien dagen terug Kees Kriele was overkomen. 
©c.u.