We lagen op een zolder met bedden. Inktdonker was ’t er. Beneden had je de sjoel-, schaak- dam- en leesruimte van de Volkshogeschool. Slapen op die spookvliering was geen luxe. Wanneer iemand naar de wc wilde, moest hij via een luik en een schuiftrap naar de bewoonde wereld. Dan liep je de hal met de tafeltennistafel en een valse piano door naar een brede gang met lage en hoge wasbakken, lekkende kranen, twee douches en wc’s. Ernaast was de kleine collegezaal van het instituut en erboven waren echte slaapzaaltjes met een soort scheepskooien, gordijntjes ervoor. Daar droomden de bofkonten. Met een stel klasgenoten mocht ik dus op een bedompte zolderruimte de nacht in. Ver weg hadden de meiden hun nachtverblijf in een aangebouwde vleugel die alleen via een gangetje naast de volkshogeschoolkeuken te bereiken was.
In een spelonkdonkere hoek van onze griezelzolder lagen klasgenoten te smoezen. Het waren Dirk Jan of Jan Dirk puistenkop, Lange Joop en Gerrit die ook af en toe iets zei.
Er vielen soms lange stiltes. Het meeste ging allemaal langs me heen, maar toen ik mijn naam hoorde, stonden mijn oren rechtop.
‘Die Mulder is een buitenbeentje, wat hij zegt slaat vaak nergens op. Ook bij de nabespreking vanmorgen.’
“ja eerst wiebelt en draait hij een poos op zijn stoel met een rooie kop en komt dan met een ingewikkelde vraag als de spreker en wij allang met een andere kwesties bezig zijn.’
’Hij wil natuurlijk heel wijs iets zeggen net als Klaas of Simon, maar die kunnen dat Zij kunnen debatteren en hebben overzicht.’
‘ Mulder niet die hakkelt iets in het wilde weg en ondertussen kijkt hij met koeienogen naar Iebel en Els.’
'Hij is verliefd, de sufkop en wil graag dat alle meiden hem goed en interessant vinden’
Dat laatste zei Gerrit.
Stokstijf luisterde ik op mijn metalen piepend ringetjes matras bed
“En aan die meiden waar hij zo gek op is valt geen fluit te beleven’, bromde Dirkjan, ‘als het nou nog die Tineke Zandstra was. Daar kan ik me nog iets bij voorstellen’-
Ja, dacht ik en ging voorzichtig verliggen, maarre bij haar maak jij zelf geen schijntje kans jochie met je acne- hoofd!
“Die is lekker rond en gezond’, lachte Joop ’en ze draagt van die grappige appel- of perenborstjes onder d’r blauwe truitje.’
‘En als die Mulder daar nou eens een oogje aan waagde dan…….,’ sprak Dirkjan, ’dan kon ik er nog inkomen’
Maar Schietman onderbrak hem met’: ’Chris snapt best dat zo’n meisje veel te hoog voor hem gegrepen is!
‘Wat bedoel je?
’Nou, zij heeft toch veel meer in haar mars, eh ze heeft laat ik zeggen niveau, komt uit een ander milieu, standsverschil is belangrijk weetje’’
’Vind ik flauwekul!’
‘Oh ja,,,, Dat dikke vriendinnetje van d’r- hoe heet ze- die d’r vader is een bekende geleerde vooraanstaande vrouwenprofessor….’
Zo deden Joop, Gerrit en Dirkjan beurtelings hun zegje.
Ik kreeg er genoeg van en bedacht dat ik nodig een nachtplasje moest, stapte uit het piepbed, ging naar ’t luik, schoof de trap naar onderen. De stemmen achter me verstomden. Beneden in de hal kwam Kees Overwater de brede trap naar de echte slaapzalen af. Hij was een van de uitverkoren kajuitslapers.
‘Wat ga je doen,’ vroeg ik .
‘Pissen en dan naar de meiden,; zei hij, kom mee!’
‘Maar daar slaapt mevrouw Mondeman, dat is een kreng.’’
’ Die merkt niks, ziet geen sikkepit als het donker is en ze haar uilenbril niet op heeft.’ Hij lachte stil.
Via het keukengangetje slopen we naar het maagdenhuis. Daar had je een gang met deuren. Er brandde een schemerlichtje. Afgezien van wat gegiebel leek het er rustig. Wat nu te doen! Ergens zonder meer naar binnenstappen met ’t risico dat je de forse echtgenote van de leraar Duits tegen het lijf liep, was geen optie. Als je mazzel had en een goeie kamer uitkoos, waren er weer andere problemen om op te lossen.
Kees ging op z’n tenen verder de gang in. Hij hield z’n oor tegen een deur en wenkte na een tijdje Ik aarzelde, ging toch en vroeg- fluisterde wat hij opving.
‘Ze roddelen over ons en de anderen, Ze hebben het over strakke billen, die schijnen belangrijk te zijn! Er was eentje je die jouw naam noemde’
Ik probeerde ook wat te horen en hield mijn kop tegen de deur, maar het bleef onduidelijk wat er gefluisterd werd achter die eerste deuren; wie er sliepen was niet uit te maken Bij de tweede deur gingen we gebukt staan luistervinken. Zuchten, snurken, Kees bewoog de deurknop voorzichtig, De deur kierde!
Opeens was daar een knellende hand in mijn nek: achter mij stond Mondeman met een brede grijns ‘Zo heren,. Kijk eens aan, wilden jullie bij mijn lieve vrouw op bezoek; die vlieger gaat mooi niet op, vooruit meekomen, naast de hoofdingang buiten staat een bank. Daar mogen jullie je zonden overdenken tot ik jullie kom halen!’
We mochten in dec wc-toilet- garderobe gang van de nog milde leraar een jas over onze pyjama’s aandoen.
links v/d ingang stond in die tijd een bankje
Later buiten op een lattenbank keken we naar de sterrenhemel boven het Groninger Hogeland.
’ Wat zeiden die meiden nu Kees over mij,’ rilde ik na een poosje.
‘Ze zeiden dat je een mooie lok in je haar hebt Mulder, maar dat je armen en benen te kort zijn. Ze hebben liever Lange Joop of Klaas Vader die zijn tenminste gewoon groot of klein. Ik denk dat ’t Janneke Gratema en Ibbeltje Rotering waren die over je kletsten’ Hij grinnikte.
’Hou maar op Kees, jij zit gewoon een eind weg te liegen,’ zei ik bibberend in de nachtkilte
‘Nee Chris ik hou je niet voor de gek, die meiden hadden het echt over zulke dingen en jij deugt proportioneel helemaal niet dat is waar!’
Omdat Mondeman ons al dan niet opzettelijk vergat en ons onnodig lang in de kou zitten liet, trokken we na een uur of wat de stoute schoenen aan en zochten ons bed op. Kees ging te kooi in zijn kajuit en ik stommelde op de tast de schuiftrap op.
Aan de ochtendtafel knikte de leraar Duits ironisch vriendelijk in onze richting. Hoe ik kijken moest wist ik niet en naast mij tuurde Kees strak naar zijn boterham met gekleurde hagelslag.
©c.u.