Na een jaar vol frustratie vertelde Van Putten mij dat er aan onze samenwerking met ingang van het nieuwe schooljaar een eind kwam.
Ik moest maar ergens anders solliciteren en ik hoefde niet op zijn steun te rekenen. Hij zou slechte inlichtingen aan andere Hoofden van scholen geven.
Het tekort aan onderwijzers was echter zo groot dat ik ondanks die Van Putten pesterijen, toch een baan vond In Kennemerland
Na 3 jaar kon ik Hoofdmeester worden op een piepklein schooltje ergens in de gemeente Eemsmond. Een kans die ik met beide handen aangreep
Als je ’t leven aan papier toevertrouwt, wordt het fictie, Min of meer, want de herinnering en het geheugen zijn gebrekkig.
Klaas Bult en Harm Kladder zie ik overigens nog goed voor me. Ze zijn er niet meer. Dat is zeker. Eens zaten ze in mijn les en voerden gewillig alle idiote opdrachten uit die ik gaf wanneer we het met rekenen, taal en wereldkunde even hadden gehad.
Ik was dus hoofd van een schooltje met 23 kinderen, eigenlijk meer een gezin en afgezien van de handwerkjuf en de dominee die af en toe langskwamen, was ik ook het enige personeelslid. Maar ik was baas in eigen school en dat is ook wat waard.
Met vallen en opstaan had ik de nodige ervaring opgedaan in de buurt Ten Boer met die vermaledijde Meester van Putten en later in Beverwijk onder leiding van een rustige meneer Snauw die stoïcijns toekeek bij mijn pedagogisch en didactisch gestuntel.
Nu werkte ik dus voor het eerst als bovenbaas in mijn eigen schooltje dat niet groter was dan een woonhuis.
Klaas Bult was een jongen met donker sluik haar en bruine ogen waarmee hij vragend de wereld inkeek. Hij lachte daarbij soms wat dom en naïef .
Zijn vader stotterde op een aparte manier. Kwam vader Bult op school voor overleg dan leek ’t of hij jacht maakte op de woorden en begon hij steeds luider te praten.
Klaas had dat specifieke gestotter in een milde vorm overgenomen. Als hij een nieuwe taak kreeg gehoorzaamde hij onvoorwaardelijk, zei soms wel:’Me…Meester Mu Mu Mulder zal wel weten, wat Mee….Meester Mmmmmmulderr doet!’
Harm C. had blond haar; zijn ogen waren watergrijs. Hij hield zich vaak afzijdig van de rest van de schoolfamilie, praatte zacht en voorzichtig. Hij wilde wel details weten van de werkopdracht, stelde vragen. Hij knikte veel en op zijn gezicht kon je niet traceren wat hij van Meesters plan dacht.
Zijn vader was timmerman. Kladder was een aparte. Hij had voor het dorp een unieke hobby:zeilen, en hij deed mee aan wedstrijden.
Bij de tekenles produceerde hij dan ook aan de lopende band boten.
In mijn lokaal stond een groot voormalig zee – aquarium; een erfenis van mijn voorganger. Hij liet de mensen uit het dorp met een tankwagen zout water uit de Waddenzee halen.
Bij mij werd het zoetwater. Het was een immense bak,De twee kinderen uit de vierde klas konden er met gemak samen in baden. Er bivakkeerden echter stekelbaarsjes, salamanders, rietvoorns, modderkruipers en twee palingen in.
Harm en Klaas zorgden voor dit aquarium. Als ze met opgestoken vinger aankondigden dat de staartdelingen, de spelling en het dictee af waren, stuurde ik ze de klas uit, het dorp in, met de opdracht, regenwormen, rupsjes, vliegen, kortom alle soorten kriebelbeesten als visvoer te verschalken.
Eenmaal kwam Klaas terug met een pijnlijk, bezorgd gezicht. Hij was door spinnen gebeten en wou weten of dat giftig, dus dodelijk kon zijn.
‘Zo bedwelmen ze vliegen Klaas, wees maar gerust. Je bent immers geen vlieg!’ Door de jacht van Bult en Kladder kwam de aquariumbevolking niks tekort.
In mijn 1- mansschool werkten de kinderen van de 1e t/m de 6e klas individueel of in kleine groepjes. Ze waren vlijtig en begonnen ’s morgens zonder veel te vragen met hun schoolwerk. Kwam ik een enkele keer te laat, dan waren zij al aan ’t werk. Door dit alles bleef er in de tussentijd ruimte voor kleine geschiedenis- of aardrijkskunde – projektjes.
Zo bouwden we een hunebed en een Germaanse boerderij. Onder aanvoering van Harm en Klaas verzamelden anderen de bouwmaterialen.
Op de landweg naar het naburige dorp lag geschikt steenslag. Bij een boerderij werd hooi en stro aangeschaft. De meisjes gingen takken halen voor miniatuurbomen. Zo was bij tussenpozen iedereen betrokken bij een soort idyllische en vreedzame geschiedenisles.
Na drie jaar verliet ik mijn lilliputterschooltje uit verlangen naar een grotere onderwijscarrière. Het wel en wee van dorp, school, ouders en kinderen bereikte mij maar spaarzaam en onvolledig.
Een jaar of acht geleden vertelde iemand me dat Klaas verongelukt was.
Ergens in het Noorden in het besneeuwde vlakke land, reed hij met zijn vader. De auto slipte.
Klaas werd uit de wagen geslingerd en kwam in een bevroren sloot terecht.
En via een mailtje moest ik laatst van een van de meisjes, uit dat knusse schoolgezinnetje van toen, vernemen dat Harm al jaren eerder bij een spoorwegovergang uit het leven was gestapt.
©.c.u.
5 opmerkingen:
Die kinderen hebben het goed gehad die drie jaren.Ik denk nog steeds dat kinderen aan de hand van school, buiten de school meer leren.Wel of niet gelukkig worden in het leven is een doolhof van omstandigheden en je eigen 'ik'.
Uit het leven stappen is voor iedereen dramatisch, hoofdpersoon zowel als de bij-standers.Ze verdienen onze liefdevolle aandacht.
een rustige meester snauw en een stotterende woordjager.
!!
die dingen dus.
Een leuk schooltje, jammer dat het met twee slecht moest aflopen.
Dat zou tegenwoordig toch niet meer gaan: één onderwijzer voor alle leeftijden.
Al weer met plezier gelezen. Triest einde van die jongens.
Een reactie posten