Van kinderen kon je toch de meest gekke dingen verwachten. En je moest je daardoor vooral niet van je stuk laten brengen. In Heemskerk waar hij aan de Willem Barentsz na zijn mislukte Van Putten- jaar zijn uiterste best deed om bij Meneer Snauw, het nieuwe schoolhoofd in de smaak te vallen , kreeg Chris Mulder nog al wat stuurloze en roekeloze kinderen in zijn klas. Ze vochten als leeuwen, gilden als apen, trapten op weg naar de gymles vuilnisemmers om, haakten pootje en sprongen in grote regenplassen. Maar hij gaf geen krimp. Snauw had hem aangenomen om de kalme rustige indruk die hij uitstraalde en dat imago moest zeker niet verstoord worden door het onbeheerst en driftig de jeugd tot de orde roepen
Op een morgen, het eerste lesuur was al tien minuten oud, werd de deur van de klas geopend door Frans Emmer. De jongen deed een stap op zij en daar kwam Roelof kruipend binnen, een beschadigd autootje voor zich uit schuivend, terwijl hij een dof gebrom en een hoog gepruttel voortbracht. In de buurt van zijn tafel kwam hij tot stilstand, liet een denkbeeldige passagier uitstappen en keek vragend omhoog!
Mulder was met de andere leerlingen midden in de bespreking van een moeilijke som over een reis van A. naar B., gestoord en hij wist met z’n houding even geen raad. In het lokaal werd voorzichtig gelachen.
Hij vroeg waarom ze zo te laat waren. Frans nam het woord. Je zou wellicht een smoesje over autopech verwachten, maar het pakte anders uit: er kwam een verhaal, over verschillende ruiten die in op de Hendrik Wandelweg waren gediggeld en waar ze niets van begrepen hadden, zeiden ze!
Roelof stond op zette uiteen hoe de vork in de steel gezeten had.
‘ Wij gooiden allebei een steen in de lucht, -‘ recht omhoog’, aldus Frans, en dan zouden we elkaars stenen gaan vangen, nou en dat was een leuk spelletje, meester, en toen plotseling was er gerinkel en toen waren er een paar ramen kapot en daar konden wij heus niks aan doen, want wij gooien niet op ramen! Maar, meester, toen schrokken we ons natuurlijk rot en toen zijn we keihard gaan lopen en toen we tenslotte stil stonden, waren we een heel stuk uit de buurt, nou we wisten eigenlijk niet waar we zaten; het was een andere buurt. Nou, en daarom zijn we dus te laat, meester!’
Ze keken allebei zeer onschuldig.
Het had geen zin om met een kruisverhoor hun dwaze alibi te toetsen. Bij hevige vechtpartijen op de speelplaats had Mulder wel geprobeerd uit te zoeken, wie er begonnen waren! Vooral als er zo'n tiental knaapjes bij betrokken was, werd je snel wanhopig. Op de vraag; waarom deed je mee, kreeg je dan antwoorden als:’ M'n vriendje was erbij’ , of ’ Ik zag dat er geknokt werd en ben er maar tussen gesprongen.’
Roelof Spat en Frans Emmer deden altijd met zulke plein- rellen mee; waar het om ging, kon hun niets schelen: ze stapten gewoon de strijd binnen.
’ Gaan jullie maar zitten en om twaalf uur moet je even nablijven,’ zei hij, maar op het moment dat de jongens hun plaats zochten, verscheen er voor 't gang raam een agent die na een beleefd klopje binnenkwam. De man zocht jongens die ruiten vernield hadden. Mulder wees hem op z'n beide telaatkomers. Die gingen met de man mee naar het Hoofdenkamertje. Ze zouden zonder twijfel verwarde verhalen vertellen want daar waren ze goed in.
’ Gaan jullie maar zitten en om twaalf uur moet je even nablijven,’ zei hij, maar op het moment dat de jongens hun plaats zochten, verscheen er voor 't gang raam een agent die na een beleefd klopje binnenkwam. De man zocht jongens die ruiten vernield hadden. Mulder wees hem op z'n beide telaatkomers. Die gingen met de man mee naar het Hoofdenkamertje. Ze zouden zonder twijfel verwarde verhalen vertellen want daar waren ze goed in.
Bij het tafeltje stond nog de kleine Citroen, hij zette het blauwe wagentje waarmee Roelof was gekomen op z’ n schrijfblad en ging verder met de uitleg van de som over de fietser die uit A. was vertrokken en een wandelaar die hem vanuit B. tegemoet zou lopen.
C.U.
6 opmerkingen:
De jeugd van vroeger was dus net zo erg als de jeugd van tegenwoordig.
de jeugd is van alle tijden Johan
Wat een verhaal en wat een fantasie van die kinderen.Zijn ze marktkoopman geworden? Die sommen, van A naar B, zijn er de oorzaak van dat ik nog steeds ervan ben overtuigd dat ik niet rekenen kan.Mijn kleinkinderen hebben niets aan mij wat dat betreft.Groet!!
het zal hard gewaaid hebben als de stenen horizontaal gingen, arme jongens.
.......den donders.
Ach ja die ellendige sommen: trein A vertrekt om zo laat en rijdt zoveel km/uur, trein B vertrekt om zo laat en rijdt zoveel km/uur......brrrrrr, nooit gesnapt zulke sommen.
dame Lankamp ik snapte daar zelf ook geeb biet van en ik ben altijd slecht in rekenen gebleven....schande!
Een reactie posten