vrijdag 1 juli 2011

EerstTiktak koffie drinken

Groninger kustvaarder

lees eventueel eerst voorgaande aflevering

Ze stond  met een ruk op. Keek naar haar schoenen, zei:’je hebt een gat in mijn nylon kous gemaakt en ik ga  weg. M ’n trein komt zo.’ 
Voor ik  ook maar iets terug kon terug stotteren, was ze al bij de deur naar het perron, Ibbeltje.  Ik had  haar kousen kapot gemaakt! Dat was me daar even een staaltje van feitenverdraaiing.’Vrouwen zetten de wereld op hun kop’,zei mijn vader soms, als hij in een twistgesprek van moeder weer verloor. Verward roerde ik in het bijna lege koffiekopje. Het was toch wel een mooi meisje, die Ibbel. Dat was me in de klas nooit zo opgevallen. Maar daar zat ze schuin ergens vooraan en kon ik haar donkere ogen niet zien.  Ik liep naar het buffet en vroeg wat de schade was.
’ Twee koffie; dat wordt dan 90 cent, meneer,’glimlachte  de ober. Hij liet de kassa rinkelen.

Over het trottoir liep  ik langs het busstation naar de Herebrug. De blote meid daar was   uit steen gehouwen, geen brons of koper. Dat was te kostbaar geweest voor de Stad. Ze had flinke dijen en borsten; daar was niet op bezuinigd. Ik ging langs het Zuiderpark, de Oosterbrug en de Veemarkt naar de Trombrug en stak daar het water over. Ibbeltje spookte door mijn hoofd; aan Annie dacht ik niet meer. 
In de Trompstraat liep ik een fietser omver. Die begon te schelden:’Kist nait oet tien doppen kieken tegen, Stòvel, das  t’r bist!’ 
Hij stapte weer op en ik dagdroomde mijn weg voort naar de Trompstraat waar ik geboren was  en waar mijn vader ooit een garage met auto’s en  autobussen had gehad. Op de Winschoterkade stond  ik een tijdje  te kijken naar de schepen in de Oosterhaven. Gelukkig had Ibbeltje mij niet gevraagd of ik behalve suikerzakjes nog meer verzamelde. Groninger kustvaarders en vliegtuigen uit WOII had dan kunnen noemen. Het was toch een beetje gek dat iemand van 19 nog plaatjes van zulke dingen spaarde en in een schriftje met gluton vastkleefde.


Voor ik de  lange Petrus Camperssingel opliep, kocht ik  bij Bakker Brongers  een koffiebroodje.  Tijdens mijn spijbelen eerder die dag had ik maar rare zaken over de stamboom van mijn familie gelezen. Ik stamde af van Harm Mulder en Sjoukje Velthuis. Zij liepen op een avond na een hele dag werken op het land van Harkstede naar het  gemeentehuis van Slochteren om daar te trouwen.  Hij was boerenknecht en zij dienstmeid te Scharmer. Ze vertelden de trouwambtenaar dat ze voor de voltrekking van ’t huwelijk een kind geteeld hadden van het vrouwelijk geslacht, genaamd Hillegien en Harm  zei ook nog dat hij soldaat geweest was, zodat niets hun huwelijk in de weg stond. Mooie familie had ik. 
In de Dirk Huizingastraat rook ik de geur van de  Tiktak koffiebranderij. Daar had ik natuurlijk ook een suikerzakje van. Die had ik geruild tegen een raar zakje met het opschrift:’ U hebt het Bus - kruid  niet uitgevonden, maar misschien hebt u wel een ander idee!’
Ik sloeg een hoek om, was in de Prof Wiersmastraat. Toen ik het  saaie  portiek  van de veel te kleine flat waar ik woonde inliep dacht ik aan Annie en ik realiseerde me opeens dat ik mijn fiets bij het Hoofdsstation had laten staan.
©c.u
 wordt vervolgd voor diegenen die dit nog niet eerder lazen


7 opmerkingen:

Anoniem zei

Terug om de fiets te halen, dat komt ervan als je met je hoofd ergens anders bent:-)

Annet Lemaire zei

mooie mijmering Cor....

Athy zei

Je was een opmerkzame jongen, zoals je de wandeling door de stad beschrijft.Daar kan duits niet tegen op. Groet!!

Jan de Stripman zei

Verwarring al om...;o)

Anoniem zei

Dat krijg je er nou van

Anoniem zei

een verzamelaar is verdacht in de ogen van een vrouw...want je kan immers alles verzamelen:)

Unknown zei

@Annet; die Chris was een luchtfietser
@Athy; alles moet zijn loop hebben
@de Stripman:je slaat de spijker op zijn kop Jan
@pacopainter; eigen schuld dikke bult
@hartenziel;is dat zo, wist ik niks van