zondag 27 maart 2016

De geest uit de fles






De regen klettert tegen de ramen; de wind rukt aan het schoolgebouw; half Nederland staat onder water. De ochtendpauze is net voorbij. De tafel waaraan de collega’s zaten, is een slagveld.
Ik heb een tussenuur; zit alleen in de docentenkamer. Ik ben moe, heb gebrekkig geslapen. In een droom tegen het eind van de nacht kreeg ik te maken met een klas die al maar groter werd

De deur gaat open. Met driftige pas komt Magda binnen; ze heeft een fles in haar hand. Ze geeft ook Nederlands. We werken in hetzelfde lokaal.
’ Zo zit je weer te suffen,’ zegt ze, zet de fles voor m'n neus en vraagt:’ Weet jij wat hier in zat?’
‘Ja, wijn,’ reageer ik onzeker.
‘ Nee, urine, het stonk, ik ging zowat over m'n nek, wanneer heb je de planten voor het laatst water gegeven,’
Ik weet het niet; planten hebben het bij mij niet zo goed.
‘Een of andere jongen heeft in die fles gepiest; dat is toch belachelijk, zoiets doe je toch niet, dat is goor.’
‘Het is mijn schuld niet,’ zeg ik.
Mopperend gaat ze weg. De fles blijft staan.

Buiten heeft de zondvloed vrij spel. Ik denk na over het urinevraagstuk. Die fles waarin ooit Casillero del Diablo zat, staat in onze klas gewoonlijk links vooraan in een hoge vensterbank. Af en toe, vaak met grote tussenpozen, krijgen de bloemen water. Is de fles leeg dan geef ik een leerling die naar het toilet wil opdracht hem te vullen.
Geen haar op m 'n hoofd heeft er bij stil gestaan dat een van mijn trouwe pupillen mijn bedoeling niet heeft kunnen begrijpen.
In alle klassen inspecteer ik de rest van de dag de jongensgezichten; ze lijken allemaal onschuldig. Na de les rijd ik met mijn gele Dafje naar huis.
Thuiskomend van m ‘n enerverende schooldag, zie ik een grote blonde vent in een bontjas in de brandgang met mijn twee buurmeisjes smoezen. Het is Pieter; uit 3mavo. Eigenlijk moet ik de meiden waarschuwen, want dat joch is onbetrouwbaar.


Plotseling weet ik hoe het zit met die stinkfles van Magda. Het moet gebeurd zijn in die verknipte 3mavo-klas. Pieter zit daar links voor aan. Pieter is een boef. Wanneer er in de stad een etalageruit sneuvelt, heeft hij nieuwe kleren aan.
Achter hem zit Maria Koetje. Ze heeft een stevige borstwering en Pieter kijkt daar de hele dag met grote belangstelling naar. Hij heeft iets dierlijks of wreeds in zijn gezicht. Wanneer hij wat vraagt, maakt hij een kwakend geluid. Ik mag hem niet, niemand moet hem trouwens en de rector wil hem na één gesprek nooit meer zien.! Alleen met Maria klikt het. Ze draagt soms ook mooie dingen.
Vorige week moest hij onder de les naar de wc’ Neem gelijk die fles mee,’ zei ik .
‘ Wat moet daar in,’ kwaakte hij.
‘ Dat weet je best, ‘bromde ik. Na een tijdje kwam hij terug.
‘Mogen de planten nu water hebben,’ wilde hij weten.
‘ Nee,’ zei ik,’ die moeten nog geduld hebben, ga maar gauw aan je werk.
Iedereen was met een opstel bezig. Het was rustig in de klas, papier kraakte en pennen krasten, Pieter snaterde af en toe, Maria kwam vertrouwelijk bij me staan, moest iets weten over d's en t's.
Ik voelde me voldaan; wat was het leven van een docent soms toch genoeglijk. Pieter keek met een liefdevolle blik naar de fles schuin boven hem en vroeg:’ Moeten die bloemen geen water, weet u het zeker?
‘ Ja,’ knikte ik,’ werk maar door.’
En even later:  ‘Meneer, deze plant is wel beetje erg droog, vindt u ook niet?’
‘ Dat is een vetplant, joh, die kan dagen zonder.’
Wat had die jongen , anders lette hij alleen maar op 't ronde meisje Koetje.

Pieter van de boevenklas 3 mavo….het kwartje van de pisfles is gevallen.
Magda heb ik niks verteld.
Links bij het raam staat nu een gietertje.
©.c.u.
( uit Bladerend in Oude Agenda’s)
 woensdag 13 december 2006 16:29 door cor3306

2 opmerkingen:

Zelfstandig journalist Antwerpen zei

Hij is nog wel goed terechtgekomen?

Unknown zei

Ik heb geen idee Johan, bovendien was die Pieterfiguur in mijn verhaal een samenraapsel van drie mannetjes, een van hen werd in 3mavo al vader,, de ander een rijkeluiszoontje ging uit verveling uit stelen en dan was er nog dat sadistische piskereltje