|
Bergbeek |
Op 14 februari 1969 noteerde hij in zijn agenda: Bert Berghuis fietst op het schoolplein om vijf voor half twee! Waarom had hij dat neergeschreven, mocht die Bert er niet fietsen of was het zo vreemd dat die mallootjongen juist daar reed terwijl hij eigenlijk de les hoorde te volgen.
Bert was een wat raar ventje; wie ging er nu uitdagend rondjes op 't plein draaien als je wist dat je docent die absenten opnam dat zag.
Een mens moest een beetje gek zijn; een beetje maar, niet teveel. Je mocht zulk gedrag ook niet verwarren met fantasie; dat was wat anders.
In de eerste weken op z'n nieuwe school in Midden Nederland werd Mulder flink gepest: de leerlingen gooiden en schoten met propjes; kleverige balletjes die overal bleven plakken, iedereen liep uit de bank, een natte spons viel van de rand van het schoolbord juist als hij zijn uitleg van de Engelse uitdrukking ‘a splitting headache wilde verduidelijken, of er lag een geëlektrificeerd spel kaarten met naakte wijven uitnodigend op een van de voorste banken.
Op het moment dat hij ze aanraakte, ging er een onplezierige schok door z'n hand en arm. Maar hij gaf geen krimp, stopte het doosje in zijn bureaulade. Die blote dames werden geconfisqueerd, dat was nogal wiedes.
Maar de leerlingen van de Jacob van Campen ulo zagen al gauw dat er ook een soort steekje aan hun nieuwe leraar los zat: hij had geen schooltas, alle docenten droegen indrukwekkende hutkoffers en valiezen om hun boeken, repetities en strafwerken te vervoeren.
De leerlingen waren dat van een docent gewend en dachten dat het' tasloos' rondlopen van die Meneer Mulder een welbewuste keus en een stil protest was tegen het kapitalisme of grootgrondbezit in het algemeen of tegen het leraar zijn in het bijzonder! Dat geld- en tijdgebrek een rol speelden kwam helemaal niet bij hen op.
Dat hij met een stapeltje boekjes onder z'n arm van lokaal naar lokaal wandelde, imponeerde hen in niet geringe mate, dat en het feit dat hij nooit zomaar een klas binnenliep en ging zitten.
Altijd bleef die man bij de deuropening staan, liet zijn ogen door het lokaal dwalen en keek ieder kind scherp in de ogen.
Pas na dit ritueel ging hij naar zijn hoge lessenaar en begon met wat een les moest worden! Zo'n inspectie van de troep vertelde veel over wat er gaande was en gaf een aanduiding of er plannen tot ordeverstoring en flauwe grappen met de leraar in de maak waren.
Op een van de vele maandagochtenden die 't schooljaar rijk was, werd hij door 3uw2 verrast met een ongewone opstelling van het klasse meubilair; toen hij de lokaaldeur open, zag hij dat de stoeltjes in een grote cirkel stonden, de tafels waren in een hoek tegen het plafond opgestapeld en zijn lessenaar stond in het midden.
Zestig kinderogen keken hem vol verwachting aan, wat zou die Nieuwe daarop te zeggen hebben!
‘ Leo Kool, ga jij eens op mijn plaats zitten!’ commandeerde hij.
Leo was een wat zielige jongen die rupsen en regenwormen tegen betaling opat om zo wat aanzien te krijgen bij zijn klasgenoten! Erg pedagogisch was zijn keuze niet.
’ Waar meneer, waar, daar dat meent u toch niet!’ ‘ Ja, dat meende hij wel!
‘ Ik zal er wel gaan zitten,’ schreeuwde Bert!
En de brave Kool bleef zo gespaard. Gekke Bert ging in het midden zitten en Meneer Mulder nestelde zich op de open gekomen plaats tussen Hetty en Hester.
‘ Zo, we gaan vandaag de' Herberg met het Hoefijzer' bespreken,’ zei hij.
En de hele les terwijl hij over het verhaal van de jonge Malissoor en diens verkapte crime-passionel vertelde, zat de eenzame schoolpleinfietser zich daar ongemakkelijk en te kijk gezet te voelen, de les echter verliep uitstekend en de klas zuchtte tevreden toen de bel gaat.
Maar Bert zou Berghuis niet geweest zijn als hij geen wraak had genomen. Die kwam enkele weken later toen hij z'n werkstuk over de bergsport besprak!
Met een complete alpine uitrusting verscheen B. op school; haken , touwen, houweel, pennen hamer en katrollen. En een kruikje, het vaatje van de St. Bernardshond, waarin naar later helder werd, een sterk stimulerend vocht zat.
Haken en touwen werden aan het plafond, de landkaarten haak, en aan het bord bevestigd en Bert begon z'n verhaal, vertelde chaotisch over ravijnen, lawines en ingevroren bergbeklimmers en nam af en toe een slok uit de fles en om zijn toespraak te illustreren probeerde hij de wand van het lokaal te bestijgen, iets wat niet lukte en ook niet tot calamiteiten leidde.
Er was grote aandacht en veel gelach. Bert deelde ansichtkaarten met bergen, dalen en ravijnen rond en werd steeds vrolijker, aan zijn verhaal kwam maar geen eind; de bel deed dat!
Hester en Hetty vroegen of we vaker eens in een cirkel les konden krijgen! Dat weigerde Mulder: lesgeven vanuit een ander perspectief had de charme van 't eenmalige en het ogenblik.
Een klas toespreken vanuit de vensterbank bijvoorbeeld was leuk en gek, maar je moest daar geen gewoonte van maken! Voor die aparte en hilarische spreekbeurt gaf hij Bert de bergbeklimmer een zeven plus.
©c.u.