vrijdag 29 januari 2016

Tussen de rails




kruisend spoor bij amersfoort © foto r.u.

Aan het eind van de Bosweg  waar geen boom of struik te zien was, moest  hij wachten voor een spoorwegovergang. Er naderde een lange goederentrein die bij station Loppersum  langs een straat parallel aan de spoorlijn knarsend  tot stilstand kwam. De laatste drie rijtuigen bleven voor en op de overgang staan. Het waren wagons van ver voor de Eerste of Tweede Wereldoorlog waarschijnlijk op weg naar het Spoorwegmuseum in Utrecht. Aan de laatste wagen zat een soort uitbouw, met ramen, deuren en een balkon.
 Het was het zogenaamde remmershuisje met plek voor de remmer. VRoeger hadden treinen nog geen hydraulisch remsysteem. De machinist van de locomotief maakte een armgebaar, zwaaide naar de man op het laatste rijtuig of gaf met de stoomfluit het afgesproken signaal. De remmer kon dan in zijn domein aan de rem trekken of duwen.

In hun huisje met balkon zaten hier twee mannen. Ze moesten het transport waarschijnlijk begeleiden en bewaken. Het wachten duurde lang. Ze verveelden zich. Misschien was de machinist in slaap gevallen, zat hij op de wc, stond er een sein op rood, was er een mankement aan de  groen gespoten Diesellocomotief. Locomotieven hadden bijnamen. Wie weet heette dit treintrekpaard: De Kikker, de Hippel of Kreupele Marie. Het kon  natuurlijk  een normale procedure zijn. Er was tussen Delfzijl en Groningen enkel spoor. Dat daarom het goederen- konvooi  bij het station op het tweede spoor had te wachten op De Blauwe Engel uit de andere richting.
De mannen sprongen uit hun antieke wagon en verdwenen aan de andere kant van de overgang uit beeld. 
Karel was moederziel alleen; hij kreeg  geen gezelschap van andere weggebruikers die voor de gesloten overweg moesten stoppen. Het rode licht dat er een trein aankwam, knipperde hinderlijk en de alarmbel bleef maar rinkelen………..

Hoe zou zo’n ouwe wagon er van binnen uitzien?
Hij liep om het spoorhek heen, zette zijn voet op het trapje van de treinwagen, hees zich op het balkon om ‘t  wagonhuisje  van binnen te bekijken. 
Er was een houten zitbank. In het midden stond een metalen buis met erboven een zwengel als van een ouderwetse waterpomp, een lange stang met handgreep. Door met de vereiste kracht die hefboom naar beneden te duwen, kon de spoorwegman in samenspel met de  machinist de trein zo tot stilstand brengen.
Aan de achterzijde vanaf de veranda was uitzicht op boomgroepen, elektriciteitsmasten, meeuwen die  boven grasland en akker dwarrelden, verre boerderijen en het steeds smaller wordend spoor dat met een  wijde bocht in de horizon verdween.
Door het zijraampje aan de rechterkant was de andere spoorboom te zien. Daar stonden wat fietsers, een trekker en een auto te wachten. 
Verderop had je een kruidenierswinkel en een cafetaria. Mosterd ging zitten  op de remmersplek en keek om zich heen. 
Aan de wanden hingen plaatjes, ansichten en mooie schaars geklede meisjes van lang geleden. Vanaf waar hij zo zat was de lange remhengel net binnen handbereik. Hij drukte  er voorzichtig op; de lange steel zwiepte opeens richting vloer. Dat ding was losgekoppeld, buiten bedrijf,  bediende de remschoenen niet meer.

Tot zijn schrik begon de trein schokkerig te rijden. Hij stond op, liep naar de deur en het raam. Uit de richting van de Parallelweg en de Snackbar zag hij twee mannen rennen met een  vleescroquet, frikandel speciaal of  een zakje patates in de hand. 
Ze bleven staan  toen de sliert wagons langzaam op gang kwamen en de spoorwegovergang vrij maakte. Hij zwaaide naar hen! 
Even later gleed het stationsgebouw voorbij aan de andere kant van het eilandperron stond de reizigerstrein naar Delfzijl te wachten op veilig sein. De goederentrein reed  na een poosje  met een wijde boog in westelijke richting en vermeerderde snelheid. 
Erg hard ging het niet. Kreupele Marie had er kennelijk moeite mee. Met een opgevoerde bromfiets kon je zo’n  trein makkelijk bijhouden. 
Waar de reis heen ging, wanneer de locomotief bij een volgende halte zou stoppen kon een verrassing zijn. Karel zat in het schip en moest meevaren, van zijn  uitgestippelde voettocht kwam zo niks terecht.

©c.u. vervolg van  ongelijk lopen

1 opmerking:

Joris Pothuis zei

Het is apart hoe ze de railsen over elkaar kunnen laten lopen. Foutloos in elkaar gemonteerd, hulde!