dinsdag 14 februari 2012

Les in een cirkel.

Bergbeek


Op 14 februari 1969 noteerde hij in zijn agenda: Bert Berghuis fietst op het schoolplein om vijf voor half twee! Waarom had hij dat neergeschreven, mocht die Bert er niet fiet­sen of was het zo vreemd dat die mallootjongen juist daar reed terwijl hij eigen­lijk  de les hoorde te volgen. 
Bert was een wat raar ventje; wie ging er nu uitda­gend rondjes op 't plein draaien als je wist dat je docent die absenten op­nam dat zag.
Een mens moest een beetje gek zijn; een beetje maar, niet te­veel. Je mocht zulk gedrag ook niet verwarren met fanta­sie; dat was wat anders.

In de eerste weken op z'n nieuwe school in Midden Nederland werd Mulder  flink gepest: de leerlingen gooiden en schoten met prop­jes; kleve­rige bal­letjes die overal bleven plakken, ie­dereen liep  uit de bank, een natte spons viel van de rand van het school­bord juist als hij zijn uitleg van de Engelse uitdrukking ‘a split­ting headache wilde ver­duide­lijken, of er lag een geëlektrificeerd spel kaarten met naakte wijven uitnodigend op een van de voorste banken.
Op het moment dat hij ze aan­raakte, ging er een onplezie­rige schok door z'n hand en arm. Maar hij gaf geen krimp, stopte het doosje in zijn bureaulade. Die blote dames werden geconfisqueerd, dat was nogal wiedes.    

Maar de leerlin­gen van  de Jacob van Campen ulo zagen al gauw dat er ook een soort steekje aan  hun nieuwe leraar los zat: hij had geen school­tas, alle do­centen droegen indruk­wekkende hutkoffers en valie­zen om hun boeken, repeti­ties en straf­werken te ver­voe­ren.
De leer­lin­gen waren dat van een do­cent gewend en dachten dat het' tasloos' rondlopen van die Meneer Mulder een welbe­wuste keus en een stil protest was tegen het kapi­ta­lisme of grootgrondbe­zit in het algemeen of tegen het leraar ­zijn in het bijzonder! Dat geld- en tijdgebrek een rol speelden kwam hele­maal niet bij hen op.
Dat hij met een stapeltje boek­jes onder z'n arm van lokaal naar lo­kaal wandelde, imponeerde hen in niet geringe mate, dat en het feit dat hij nooit zomaar een klas binnenliep en ging zitten.
Altijd bleef die man bij de deur­opening staan, liet zijn ogen door het lo­kaal dwalen en keek ieder kind scherp in de ogen. 
Pas na dit ritu­eel ging hij naar zijn hoge lessenaar en begon met wat een les moest worden! Zo'n inspectie van de troep ver­telde veel over wat er gaande was en gaf een aan­dui­ding  of er plannen tot ordever­storing en flauwe grappen met de leraar in de maak waren.     


Op een van de vele maan­dag­ochtenden die 't school­jaar rijk  was, werd hij door 3uw2 verrast met een ongewo­ne opstelling van het klasse meubilair; toen hij  de lokaaldeur open, zag hij dat de stoel­tjes in een grote cirkel stonden, de tafels waren in een hoek tegen het plafond opgestapeld en zijn lessenaar stond in het midden. 
Zestig kinderogen keken hem vol verwachting aan, wat zou die Nieuwe daarop te zeggen heb­ben!
‘ Leo Kool, ga jij eens op mijn plaats zitten!’ commandeerde hij.
Leo was een wat zielige jongen die rupsen en regen­wormen tegen betaling opat om zo wat aanzien te krijgen bij zijn klasgenoten! Erg pedagogisch was zijn keuze niet.
’ Waar me­neer, waar, daar dat meent u toch niet!’ ‘ Ja, dat meende hij wel!
‘ Ik zal er wel gaan zitten,’  schreeuwde Bert!
En de brave Kool bleef zo gespaard. Gekke Bert ging in het midden zit­ten en Meneer Mulder nestelde  zich op  de open gekomen plaats tussen Hetty en Hes­ter.
 ‘ Zo, we gaan vandaag de' Her­berg met het Hoefij­zer' be­spre­ken,’ zei hij.

En de hele les terwijl hij  over het verhaal van de jonge Malis­soor en diens ver­kapte crime-passionel ver­telde, zat de een­zame sch­ool­plein­fiet­ser zich daar onge­makke­lijk en te kijk ge­zet te voe­len, de les  ech­ter ver­liep uit­stekend en de klas zuchtte te­vreden toen de bel gaat.
Maar Bert zou Berghuis niet geweest zijn als hij geen wraak had genomen.      Die kwam enkele weken later toen hij z'n werkstuk over de ber­gsport be­sprak!
Met een complete alpine uit­rusting ver­scheen B. op  sch­ool; ha­ken , touwen, hou­weel, pennen hamer en ka­trol­len. En een kruikje, het vaat­je­ van de St. Bernardshond, waarin naar later hel­der werd, een sterk stimulerend vocht zat.
Haken en touwen werden aan het pla­fond, de landkaarten haak, en aan het bord be­ves­tigd en Bert begon z'n ver­haal, ver­telde chao­tisch over ravijnen, lawines en ingevro­ren bergbe­klimmers en nam af en toe een slok uit de fles en om zijn toe­spraak te illus­treren pro­beerde hij de wand van het lo­kaal te be­stij­gen, iets wat niet lukte en ook niet tot cala­miteiten leidde.  

Er was grote aandacht en veel gelach. Bert  deelde ansichtkaarten met bergen, dalen en ravijnen rond en werd steeds vrolij­ker, aan zijn verhaal kwam maar geen eind; de bel deed dat!
Hester en Hetty vroegen of we  vaker eens in een cirkel les konden krijgen! Dat wei­gerde Mulder: les­geven vanuit een ander per­spectief had de cha­rme van 't eenmalige en het oge­n­blik.  
Een klas toe­spreken vanuit de venster­bank bij­voorbeeld was leuk en gek, maar je moest daar geen ge­woonte van maken! Voor die aparte en hilarische spreekbeurt gaf hij Bert de bergbeklimmer een zeven plus.
©c.u.                                                

6 opmerkingen:

Zelfstandig journalist Antwerpen zei

Ik heb eens een spreekbeurt gehouden gezeten bovenop het bureau van de leraar in plaats van erachter. Gaf mij een veel rustgevender gevoel, omdat je dan makkelijker over de hoofden heen kan kijken. De leraar vond het prima. 'Het maakt mij niet uit hoe jullie je spreekbeurt houden: stand, liggend ...'

Zelfstandig journalist Antwerpen zei

stand is natuurlijk staand!

Unknown zei

Hooggezeten geeft een beter overzicht

Athy zei

Mooi verhaal.Ik denk dat een leraar veel leert van één of twee malloten in de klas.
Er is een m.i. schrijffout in de 2e alinea, zesde regel, een perspectiefverandering in één zin?
Groet!!

Unknown zei

@Athy; ik zie het en zal het aanpassen(het verhaal was oorspronkelijk vanuit het ik-perspectief geschreven)

lebonton zei

en bert heeft de hele spreekbeurt met zijn stimulerend drankje goed volgehouden?