zondag 2 december 2018

Klaagzang




De jaren gaan nu toch behoorlijk tellen:
het rechter been werkt niet meer mee,
rug of armen zijn van onbuigzaam hout
en vroeger klom je in de hoogste toren.

Je leeftijd stoort zich niet aan statistieken
maar ‘t zicht wordt minder, je hebt ’t koud.
Bewegen moet je ,mag geen Stoelman zijn;
maak elke dag een ommetje door de wijk.

Of sportiever doe zo af en toe eens mee
aan een handbike battle, een rollatorrace
een scootmobiel – of rolstoelpuzzeltocht,
ergens op de Veluwe met mooie prijzen.

Stijve spier krakend bot zijn er niet in tel,
gaaf genieten in zo’n Wildpark is het wel.

©c.u.





woensdag 7 november 2018

Ansichten

Maria Biscuit

Hij ruimt het verleden op, de toekomst
wordt een schone lei waarop niets nog
tussen de regels in het krijt mag staan.
Leest lettergrepend prentbriefkaarten,


bouwt zich zo zonder bestemmingsplan
het ansichtenhuis waarin herinneringen
wonen: zomerberichten uit Corsica, Myalit,
Carrion de los Condes, Soest of Ameland.

Stoel hoed glas in lood; een paar fietsen
tegen de appelboom,‘t kaartje met pistolen;
de afzender maakt zijn papier zinnig warm.

In de namiddag drinkt hij bedaard een kop
Bosvruchtenthee met een Maria Biscuitje
Voor hem geen zoeken meer naar wat was.
©c.u.

zaterdag 3 november 2018

Ogenblik




Zittend in zijn sta-op-stoel mijmert hij
in het voorbijgaan van de laatste dagen
of het zin heeft de jaren terug te halen:
toen kan immers andere kleren dragen.

Vroeger hadden de straten kippenvel,
hanen kraaiden als de zon op aarde klom.
Er woonde al een mannetje in de maan.
En herder, herder laat je schaapjes gaan.

Tijd was die afspraak met het mooie meisje
dat ‘t moment suprême niet op kwam dagen.
Wellicht was ze er even in een mini seconde,
toen je met de ogen knipperde, in ’t tegenlicht.

Water dat voortkabbelde, veldbloemen in een wei
die oogopslag: je had nog geen ‘uitzending gemist’.

©c.u.

vrijdag 2 maart 2018

Schaatsleed


Schaatsleed

Menig marathon heb ik schaats op kop gereden,
soepeltjes pootje over zoals anderen dat deden,
handen kalm op de rug bij langgerekte stukken,
medaille of herinnerkruis  het moest me lukken.

Met tegenstanders werd fair en fel gestreden.
In de sprint was het erop eronder of beneden.
Mijn benen waren goed en scherp mijn noren.
Regelmatig zag de cameraman mij van voren.

Op een dag ben ik in een wak gegleden.
Met nog een ronde of twee drie te gaan
waren mijn kansen volledig van de baan.

Ik was  blind door het rood gevlekte lint gegaan.
Mijn kersverse vriendin riep bezorgd ‘ach heden,
ik had aan de start nog  wel zo voor je gebeden.’
©c.u.

dinsdag 27 februari 2018

Reminiscentie




Reminiscentie

In de  fluisterstille morgen filtert het sleepnet
van de taal een mix van letters woorden zinnen
voor 't nichtje dat mijn genegenheid tolereerde,
hetzelfde water zag maar niet wist wat ik dacht.

Met wie ik in daglichte dromen haasje over speelde
ik weet een kleur die jij niet ziet, het was karmozijn.
Ze wees naar het gras en de kleur van‘t rijpe koren,
vroeg wat: zei je nou, ik kon het zo goed niet horen

Schelpen sprongen 3 keer over spiegelend glad water,
later dacht ik,gaan we trouwen.Vrolijk riep ze:doe me
dat na.Ik kon kiskassen keilen en scheren wat ik wou
het ging mis door te weinig spin en onzegbare dingen.

Surfend in de wolken van ’t internet, geeft nu, geen enkel
spoor antwoord nog dat ze leeft of in de eeuwigheid speelt.
©c.u.

zondag 25 februari 2018

Tintelingen




Tintelingen

Dooie tintel- vingers van de kou hoe lang
nu was 't al geleden dat wij hand in hand
in de winteravondschemer samen baantje
gleden vingers elkaar troostend streelden.

De logistiek van stil geluid Toen we opnieuw
de aanloop namen in smal straatlantarenlicht
verloor jij het evenwicht  ging ik genadeloos
onderuit, die winter decennia terug in onze tijd.

De glijbaan was spiegelspekglad hard  ik verging
van de pijn maar hield me als koele kikker groot,
zei bij je bezorgde blik:‘Valt mee ik ga niet dood.’

Mijmeringen op een  vroege ijskoude februaridag.
Onderweg met een vijfwielscootmobiel luisterend
naar muziek op Spotify in je eigen privé poolklimaat.

©c.u.


dinsdag 20 februari 2018

Herdersspel





Herdersspel

Dat zij uiteindelijk verworden zou tot wat
spelende vingers in de luwte van het land,
fluistergedachten in de vroege zee rondom
een  schip dat langzaam klom uit de horizon.

Ongewild ging ze in mijn universum wonen
koos zo voor altijd domicilie in mijn dromen
was ’t illusie haar ster alleen nog onderweg
die ik probeerde met woorden op te vangen.

Op een stoffig en beschadigd toetsenbord
zoek ik de letters bij haar stralende gezicht
geef het  leven van toen en later onderdak.

Maar met de tijd verdwijnt zij in het decor
laat mij ‘t spel van attributen en figuranten:
een herdersspel  geteisterd door verlangen.
©c.u.