Ruim honderd kilometer naar het noorden zat diezelfde Karel
op een gevangenisbed te piekeren. Hij was voor verhoor uit zijn cel
geweest. Op de werktafel van Inspecteur
Spekman lagen drie vakantiekaarten.
Hij en rechercheur Bakker wilden een
verklaring. Ze meenden dat de geadresseerden contactpersonen van Mosterd waren en dat hij met die ansichten berichten stuurde.
Zo op het oog onschuldige
zinnetjes als: ‘het wordt hier steeds warmer, het weer houdt zich goed, ze zijn
lijkt het, toch gevonden en groeten ook van Kees.’ konden, andere informatie
bevatten.
Als afzender stond er Corrie, dat was
natuurlijk een schuilnaam.
Misschien heette hij voor ingewijden Kees,
bestond Corrie helemaal niet en dat Kees
tussen haakjes was geraffineerd.
Hij vertelde hoe hij die vakantiekaartjes meegenomen had in
een ijssalon op Vlieland, waar een jonge
vrouw ze schreef en vergat. Hij nam ze
mee om voor haar te posten. Er zaten weliswaar nog geen postzegels op.
Onderweg
was er niks van gekomen en hij wou in
Loppersum bij een postagentschap zegels kopen en de ansichten op de bus doen.
En daar was hij, zoals ze wisten, op dood spoor geraakt.
Op de vraag hoe die
ijssalonbezoekster er uitzag, kon hij alleen maar zeggen dat ze
een middelbare stevige vrouw met donkerblond haar was. Hij had haar
nooit eerder gezien, en die vakantiepost in een opwelling meegenomen.
Spekman liet de drie kaarten door z’n handen gaan, alsof hij
bij ‘t klaverjassen troef in handen had, las hardop langzaam namen en plaatsen:
Andrea Haverlach Wiekslag Amersfoort,
Jan Spaander Hoofdstraat Apeldoorn en Lidia Speelman Molenstraat in Twello. Hij
keek zijn arrestant onderzoekend aan: ‘Gaat er geen belletje rinkelen?’
Die man kon je toch
niet serieus nemen. Hij was in de lach geschoten.
Bakker die al die tijd gezwegen had zei: ‘ ja lach maar, we
zullen de adressen controleren en het handschrift laten onderzoeken.’
Een van de vele agenten die af en toe in en uit liepen, bracht hem weer naar de cel.
Nu zat hij na te
denken over dit politiegekkenhuis waarin hij verzeild was. Met zulke mannen was
het uitkijken, straks kwamen ze ook nog met een of ander sluitend bewijs op de
proppen.’
Enfin hij moest het maar van zich afzetten. Hij pakte ‘Lost Horizon’,
zocht waar hij gebleven was, begon te lezen……….
Na een tijd was er sleutelgeluid bij de celdeur, Agente Geeske kwam binnen. Die kwam de
ontbijtspullen halen, terug van verlof dus, vanmorgen had die knorrige agent
hem zijn eten nog gebracht.
Ze wierp hem
een plastic zak van V&D toe. ‘Hier is dat nieuwe ondergoed, heb ik gekocht,
Jansma had er geen zin in. Karel stond op,
‘ Moet ik even passen of het de goeie maat is?’
Ze bekeek hem van top tot teen en lachte
‘Hoeft niet, zit precies goed, zie ik zo wel, succes ermee!’
Ze pakte het dienblad, liep naar de deur, draaide zich om en
knipoogde.
©c.u.
vervolg van Radijs en Mosterd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten